Energietransitiefonds sluit opnieuw kernenergie uit
Het federale Energietransferfonds deelt elk jaar 25 miljoen euro uit die de kerncentrales moeten betalen omwille van de wet op de kernuitstap. Minister Tinne Van der Straeten (Groen) weigert één tak van die subsidiepot jaar na jaar uit te delen, namelijk die voor onderzoek naar nucleaire toepassingen. Op 9 november deed ze het weer!
Het Energietransitiefonds van de federale overheid is een wettelijke verplichting. Het geld van dat fonds komt uit de vergoeding die kerncentrales betalen aan de Federale Staat dankzij de wet op er kernuitstap. Elk jaar deelt de minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) dat geld uit aan projecten.
Ze doet dat uiteraard niet persoonlijk. Daarvoor dient de Algemene Directie Energie van de FOD Economie. De AD Energie beheert alles van begin tot einde. Van oproep, beoordeling, evaluatie van de projecten tot de controle achteraf over het gebruik van de subsidies.
De administratie beschikt daarvoor over toekenningscriteria uit het KB. Die zijn ‘degelijkheid van het voorgestelde onderzoeks- of ontwikkelingsplan’ en een ‘positieve project-specifieke kostenbatenanalyse, in het bijzonder op het vlak van energie-voorzieningszekerheid of innovatie’. Het KB geeft zelfs bijkomende toekenningscriteria ‘het positieve effect van de steun op andere innoverende projecten’ en ‘het economische en het sociale effect en het effect op klimaat en milieu’. Allemaal tamelijk vaak, dus bedacht de administratie drie thematische categorieën van projecten. Dat noemen ze in ambtenarees ‘thematische assen’. Die zijn:
- Thematische as 1: hernieuwbare energiebronnen in de Belgische exclusieve economische zone van de Noordzee en biobrandstoffen
- Thematische as 2: nucleaire energietoepassingen
- Thematische as 3: bevoorradingszekerheid en netevenwicht
Nu is daar iets zeer merkwaardigs mee aan de hand. Bij de projectoproepen in 2020, 2021 en 2022 sloot Van der Straeten kernenergie botweg uit. De projecten binnen de ‘thematische as 2 – nucleaire energietoepassingen’ kwamen enkel in aanmerking als er geld over bleef bij de twee andere ‘thematische assen’. Nooit dus. Op 9 november deed ze dat opnieuw zich beroepend op het regeerakkoord!
De subsidies zijn altijd voor het volgende jaar. Daarom maakte de minister voor 2024 op 9 november een nieuwe oproep bekend. Ter voorbereiding nodigde de minister daarom op 4 oktober mogelijke deelnemers uit inspiratie op te doen.
De presentaties gingen over offshore hernieuwbare energie, waterstof, biobrandstoffen en bevoorradingszekerheid. Opnieuw geen woord over nucleaire energietoepassingen.
Nochtans is het eigenlijke doel van het Energietransitiefonds (ETF) om onderzoek, ontwikkeling en innovatie stimuleren op het gebied van energie ter ondersteuning van de energietransitie. Voor de minister gaat het dan enkel om meer hernieuwbare energie zoals offshore wind. Ze deed zeer gewiekst door te beweren dat ‘meer flexibiliteit’ een doel is. Daarmee probeert ze projecten rond kerncentrales uit te sluiten omdat die 24 uur op 24, 7 dagen op 7 draaien het ganse jaar door.
Vervelend daarbij is dat het sluiten van kernreactoren de bevoorradingszekerheid in gevaar bracht en daarom presenteerde ze als doel ook ‘hogere bevoorradingszekerheid’.
Via jaarlijkse projectoproepen kregen sinds 2017 meer dan 100 projecten subsidies. Vooral de universiteiten halen telkens veel subsidies binnen. De KU Leuven en de VUB kregen in 2023 subsidies voor studies rond windenergie op zee. De studiedienst van het vroegere Fabrimetel, Sirris, haalde de derde windenergie-subsidie binnen samen met de UGent.
Een andere dada van de minister waterstof leverde de UGent dan weer een subsidie op. Andere dankbare ontvangers van waterstof-subsidies waren de windmolenparken van de familie Colruyt (ondertussen verkocht aan een Japanse groep) en netbeheerder Fluxys.
Qua biobrandstoffen haalde ArcelorMittal de subsidie binnen met het project STEELANOL (CO2 afvangen en omzetten in alcohol die ze verkopen aan Estée Lauder).
Toch ging niet elke cent van de 25 miljoen euro naar windmolenparken op zee of waterstof. De UGent en de ULiège subsidies bekwamen naast de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) subsidies voor onderzoek naar bevoorradingszekerheid. Een onderwerp waarvoor ook de groene burgerenergiecoöperatie ZuidtrAnt uit Mortsel subsidie ontving.
Het Energietransitiefonds beweert wel al 7 jaar ‘met succes start-ups, universiteiten en kmo’s te ondersteunen’, maar wie de gesubsidieerde projecten overloopt merkt daar bitter weinig van. Eigenlijk gaat het geld steevast naar wie het groene beleid van de minister uitdrukkelijk ondersteunt. Vaak zijn dat universiteiten (die ook al studies maken voor de AD Energie), overheidsinstellingen of multinationals. Een enkele keer een ideologisch geïnspireerd bedrijfje zoals de groene coöperatieve ZuidtrAnt.
Kenmerkend voor de projecten is dat het dikwijls samenwerkingen blijken. De universiteiten werken in die projecten samen met stroomleveranciers zoals Engie, Eneco en Ecopower, netbeheerders zoals Fluvius, ORES en Elia, multinationals zoals ArcelorMittal en BASF Antwerpen of windmolenparken zoals Parkwind en de Colruyt-familie.
Projecten rond batterijen, waterstof en offshore wind krijgen een voorkeursbehandeling. Allemaal met geld afkomstig van de kernenergiesector die moet betalen omwille van een Koninklijk Besluit in de marge van de wet op de kernuitstap. Elk jaar opnieuw deelt de minister op die manier 25 miljoen euro uit aan gelijkgezinden. De vraag was of opnieuw kernenergie op arbitraire wijze zal worden uitgesloten. Het antwoord is JA. Van der Straeten sluit opnieuw kernenergie uit.