Titelblad met foute datumomzetting in ijzergalinkt (foto: © Lode Goukens)

Ik had het hier al eens over chronogrammen en courante vergissingen daarbij. Dit keer een heel kort berichtje over een foutje bij de datumomzetting op de titelpagina van een Parijse uitgave van de Commentaires door Monluc. Door een eigenaar uit de negentiende eeuw afgaande op een aantal opmerkingen op het achterste schutblad.

(I) = 1000 = M

I) = 500 = D

C = 100

VII =7

Dus 1607 en niet 1577. Die vergissing is begrijpelijk omdat 1577 het sterfjaar is van de auteur. Maar na de dood van Blaise de Monluc gaven zijn zoon en zijn vriend Florimond de Raemond het boek pas uit bij Millanges in 1592. Met bijdragen van onder andere De Brach.

Het tweede deel in dit volume met de foute datumtranscriptie was uitgegeven in hetzelfde jaar bij een andere Parijse uitgever.

Tome 2 bij andere drukker/uitgever. Zelfde jaar (foto: © Lode Goukens)

Bij een latere Parijse uitgave gebruikten ze de courante Romeinse getallen. MDCXVII of 1617. Deze keer een uitgave van Iean Meiat (Jean Mejat). Een editie die onder verschillende imprints verkocht werd. Andere boekhandelaars die meededen aan deze uitgave waren Jean Berjon, Martin Gobert en Nicolas Lescuyer. Ze gaven dezelfde druk in boek uit met hun eigen titelpagina.

Latere druk (foto: © Lode Goukens)

De eerste druk dateert uit 1592 bij Millanges in Bordeaux. Daarvan werd een quasi identieke herdruk gemaakt in 1593.

De eerste herdruk in 1593 (foto: © Lode Goukens)

Loys Clesinet uit Lyon bracht in 1593 een editie uit. Ik heb daar enkel de titelpagina van gezien dus het kan zijn dat het gedrukt werd door Millanges en voorzien van een titelblad van zijn handelspartners.

In 1594 (MD XCIIII) verscheen er een nadruk bij Michel Sonnius in Parijs of was het een druk van Millanges met een titelblad van een Parijse boekhandelaar? Let op het gebruik van IIII in plaats van IV. Wat ook Ambroise Drouart (gespeld Drovart) uit Parijs deed. Dus de kans is groot dat deze allemaal in Bordeaux gedrukt werden.

In 1616 drukte Mathieu Le Blanc de Commentaires. Hoogstwaarschijnlijk diende die druk voor de verschillende versies in 1617. In 1633 verscheen er een nadruk bij Pierre Bilaine in Parijs. In 1639 volgde Iean Iost (Jean Jost) uit Parijs. Arnould Continet gaf de Commentaires in 1661 uit. In 1746 verscheen een fraaie pocketeditie in meer dan twee delen bij Nyon, fils te Parijs. Deze keer tezamen met Le Clerc uit Parijs die dezelfde druk met eigen titelblad uitgaf.

Uit 1872 heb ik nog een mooie editie van Hachette en dan is er natuurlijk de editie in de Pléiade-reeks (nota bene genoemd naar een groep van jonge renaissancedichters en tijdgenoten van Montaigne en Monluc). Die editie was trouwens de eerste versie die ik zelf bezat en lang mijn leeseditie. Toen heel duur (1.000 Belgische frank) nu nauwelijks nog iets waard ondanks bijbelpapier (gedrukt bij drukkerij Catherine in Brugge destijds). Maar dat is voer voor een andere mijmering op een andere keer.

Vindt u deze tekst interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 


Een reactie achterlaten