(bron fotot: Fluxys)

Eind april ontving gasbedrijf Fluxys een monopolie van de federale regering. Fluxys Hydrogen wordt de operator voor een toekomstig pijpleidingennet voor de invoer en het vervoer van (groene) waterstof. Fluxys was blijkbaar de enige kandidaat ondanks een Europese subsidie van 95 miljoen euro verbonden aan het netwerk. De vraag is wie de overige honderden miljoenen euro zal betalen.

Waarom een monopolie? Het monopolie is het gevolg van de herziene TEN-E-verordening van de Europese Unie. Die verordening (dus met kracht van wet in elke lidstaat inclusief België) beschouwt aardgasprojecten niet langer als belangrijk, maar kiest resoluut voor waterstofprojecten. Cruciaal daarbij is de herbestemming van de aardgasinfrastructuur. Want aardgas moet van de EU op termijn verdwijnen omdat het een fossiele brandstof is.

Die herbestemming is niet zo evident. Bovendien houdt die herbestemming ook het risico in dat groene wensdromen over groene waterstof op de aardgasfactuur zouden belanden. Dat neemt niet weg dat als aardgas op termijn verboden wordt Fluxys als transportnetbeheerder voor aardgas een probleem heeft. De start met waterstof past daarom in een langetermijnvisie tot 2050.

Let op! Verwar Fluxys niet met Fluvius. Die laatste is de groep van intercommunales met het monopolie op de levering van aardgas bij huishoudens en bedrijven. Beide gasmonopolisten hebben wel een grotendeels overlappend aandeelhouderschap, namelijk de gemeenten. De beide netwerken zijn op elkaar aangesloten en vormen samen het aardgasnetwerk in Vlaanderen. Dat netwerk moet toegankelijk zijn voor alle toegelaten leveranciers. De gas zelf kan dus van tal van bedrijven zijn die betalen voor het vervoer. De kosten van Fluxys en Fluvius komen op de aardgasfactuur als nettarieven omdat de leverancier die doorrekent.

De transitie van aardgas naar waterstof is een politieke beleidskeuze. Nochtans is waterstof volgens kenners ongeschikt én bovendien te gevaarlijk om aardgas te vervangen in woningen of als brandstof van auto’s. De waterstof moet dus vooral dienen voor de industrie. Als brandstof of als grondstof.

Op zich gaat het dus nog niet over een immens netwerk. Tot 2026 zullen amper 150 kilometer pijpleidingen worden gelegd. Waarvan een pijpleiding van 80 km om de Gentse haven met Nederland te verbinden. De andere pijpleidingen gaan naar Antwerpen en Luik. Fluxys Hydrogen schat de kosten van die investering op 330 miljoen euro. De Europese Commissie beloofde een Europese subsidie van 95 miljoen euro. Maar dat is eigenlijk nog niet zeker. De invoerterminals in de havens worden een belangrijk onderdeel van het nieuwe waterstofnetwerk.

De transmissie of het vervoer van energie zoals aardgas en stroom is in België een monopolie. Door de Waterstofwet van 11 juli 2023 kwam daar waterstof bij. De Raad van State had weliswaar bezwaren bij het wetsvoorstel. Onder andere omdat het de vrijemarkteconomie zou schaden. Door de Waterstofwet en het nieuwe monopolie werd ook de federale energieregulator CREG een belangrijke speler.

De CREG moet immers de tarieven van monopolist Fluxys Hydrogen reguleren net zoals ze dat ook al doen bij Fluxys Belgium voor aardgastransport en bij Elia voor hoogspanning. Dat waterstofmonopolie past in de federale waterstofstrategie van minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) uit 2021.

Opvallend bij de toekenning was dat Fluxys Hydrogen de enige kandidaat bleek om in België een transportnetwerk voor waterstofgas uit te baten. Vanaf de start leek al duidelijk dat Fluxys wellicht het monopolie zou krijgen. Vervelend detail daarbij was dat de Franse multinational Air Liquide al een commercieel waterstofnetwerk uitbaat voor de industrie. Omdat dit een gesloten energienetwerk is kan het blijven bestaan.

Fluxys verzekerde dat het zou samenwerken met andere spelers die eventueel terminals voor de invoer willen opzetten in de Vlaamse havens. Anderzijds sloot Fluxys voor de afname van waterstof al akkoorden met onder andere Ineos.

Ondanks het gebrek aan geïnteresseerden beoordeelde de federale energieregulator CREG de kandidatuur van Fluxys positief. Volgens Tim De Vil van Fluxys waren ze zelf verbaasd dat er geen andere kandidaten waren.

Daarvoor zijn diverse mogelijke verklaringen. De belangrijkste is dat de afdeling Energie van de federale overheidsdienst Economie (die onder de bevoegdheid van minister Van der Straeten valt) het te geven monopolie modelleerde op het business model van Fluxys. Daarbij komt dat dit verdienmodel ondanks een monopolie wellicht niet lucratief genoeg is voor energiemultinationals zoals TotalEnergies.

De FOD Economie gaf een positief advies. De federale regering kende het monopolie voor 20 jaar toe op 26 april. Volgens Van der Straeten (Groen) is België daarmee een pionier. De jarenlange ervaring qua beheer van de aardgasinfrastructuur zou Fluxys de ideale kandidaat maken aldus de minister.

De regering, de havenbedrijven en Fluxys hopen van België een invoer- en doorvoercentrum te maken voor ‘groene’ waterstof. Iets wat nu bij aardgas het geval is. Met ‘groen’ bedoelen ze dat die waterstof als opslag dient voor stroom uit zonnepanelen en windmolens elders. Die dan via tankschepen naar de Vlaamse havens wordt vervoerd.

Er bestaan trouwens ondertussen grijze, blauwe, roze en andere kleuren waterstof. Dat zijn politieke marketingtermen die telkens op de herkomst wijzen, want waterstof moet je maken. De groenen gruwelen van het idee dat waterstof gemaakt van aardgas dezelfde benaming zou dragen als waterstof gemaakt met stroom van zonnepanelen.

De grote afnemers worden normaal de intensieve industrie. Vandaar reeds het contract met Ineos, maar Fluxys wil net als met aardgas waterstof via pijpleidingen naar het buitenland vervoeren. Die transit is bij aardgas de lucratiefste activiteit.

Fluxys is een beursgenoteerd nutsbedrijf. Wie zit achter Fluxys? De gemeentelijk holding Publigas controleert Fluxys. Publigas heeft 77,41% van de aandelen. De Zwitserse investeringsmaatschappij Energy Infrastructure Partners controleert 15,24% van de aandelen. Verder zijn AG Insurance (1,98%), Ethias (1,32%) en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (3,44%) aandeelhouders. De van oorsprong socialistische Belgische verzekeringsgroep Ethias is op haar beurt in handen van de Belgische overheid, het Vlaams Gewest en het Waals Gewest.

Het goede nieuws is dat door het monopolie en de controle door de CREG de waterstofactiviteiten in een apart bedrijf moeten zitten. Want kruisfinanciering is verboden. ‘Het is heel belangrijk dat strikt onderscheid moet gemaakt tussen waterstof een aardgas’ aldus Tim De Vil ‘Net omwille van die gevoeligheid dat alle aardgasgebruikers anders zouden gaan betalen voor waterstofinfrastructuur’.

Het gaat om een heel pril netwerk. Het gaat hier om een eerste fase. ‘We mikken op een volwaardig net tegen 2050’, aldus De Vil. ‘We bouwen niet waar geen nood aan is’. Dat betekent onder andere een samenwerking met het Nederlandse opslagbedrijf Advario. Deze specialist van brandstoffen heeft twee sites in de haven van Antwerpen. Fluxys en Advario gaan samen op de linkeroever een ammoniakterminal te bouwen. Voor rechtstreekse ammoniakgebruikers zoals de kunstmestfabrieken.

Ammoniak is één van de vormen waarin waterstof getransporteerd zal worden, want waterstof zelf vloeibaar vervoeren zou betekenen dat het tot -250 graden Celsius gekoeld moet worden. Door waterstof en stikstof te combineren krijgt men ammoniak. Hoewel zeer giftig laat zich dat eenvoudiger in tankers vervoeren. Nadien moet die ammoniak eventueel chemisch gekraakt worden tot stikstof en waterstof.

Blijft natuurlijk het probleem van de herbestemming van het bestaande aardgasnetwerk voor waterstofgebruik. Dankzij de wetgeving kan dat wel maar dan moet Fluxys de aardgasinfrastructuur aan marktconforme prijzen aardgasinfrastructuur verkopen aan Fluxys Hydrogen. Uiteraard onder toezicht van de CREG.

Waterstof heeft kleinere moleculen die makkelijker door de wanden van buizen ontsnappen. In tegenstelling tot het aardgasnetwerk van Fluvius meent Fluxys dat voor haar doorvoernetwerk minder aanpassingen nodig zijn. ‘De aanpassingen zijn vooral kleppen, kranen, flenzen enzovoort. De leidingen door het land zijn eigenlijk geschikt’ volgens De Vil.

De conclusies zijn dat een nutsbedrijf dat transport en behandeling van waterstof doet blijkbaar voor investeerders toch minder interessant lijkt. Zeker als de winsten beperkt worden door een regulator en de investeringen terugbetaald moeten worden door de echte klanten, namelijk de industrie. Bovendien blijft één grote maar over. ‘De kip of het ei’ noemt De Vil het. ‘Ze komen niet met waterstof als er geen infrastructuur is. We zijn al een tijdje bezig met marktbevragingen. We bouwen waar we vraag voorzien’. Vervelend detail: er is momenteel eigenlijk nog nergens genoeg groene waterstof om op regelmatige basis te verschepen naar het te bouwen waterstofnetwerk.


Een reactie achterlaten