Waarom gingen zoveel teksten van Griekse en Romeinse auteurs verloren? Waarom zijn alle Griekse of Romeinse tempels ruïnes? Waarom missen antieke beelden neuzen, ledematen of hoofden? Catherine Nixey gaf een duidelijk antwoord. Dat is bijna altijd te danken aan de christenen in het Romeinse rijk.

Conservatieve denkers verwijzen graag naar de judeo-christelijke waarden waarop onze maatschappij gebaseerd is. Dat klopt natuurlijk, maar dit is een verhaal dat best ook wat nuance kan gebruiken. Dan heb ik het uiteraard over de vervolgingen van medechristenen en andere ketters of heidenen in het Ancien Régime en vooral in de zestiende eeuw.

In dit geval wil ik even dieper ingaan op een boek dat enkele jaren oud is, maar dat ik pas recent las: Eeuwen van duisternis door Catherine Nixey. De ondertitel luidt de christelijke vernietiging van de klassieke cultuur. De Nederlandse vertaling uit 2017 is uitverkocht, maar bij Boom Geschiedenis is het e-book nog steeds te koop voor 9,95 euro.

Journaliste en classica Catherine Nixey behandelt in haar boek een ontzettend boeiende geschiedenis. Die van de eerste christelijke beeldenstormers en de dogmatische terreur van de vroege christenen in het Romeinse rijk. Bij beeldenstormers denkt iedereen – althans dat hoop ik – vooral aan de iconoclasten in het Byzantijnse rijk of de calvinistische bendes in het jaar 1566. Vergeleken bij wat Nixey vertelt lijken die twee golven van vandalisme een voetnoot in de geschiedenis.

Waar gaat het boek over? Over de terreur die bendes monniken en christenen uitoefenden in de periode kort voor en vooral na de kerstening van het Romeinse rijk. Na het lezen van het boek dringt de conclusie zich bijna op dat Rome niet viel in 476 of zoals tegenwoordig door historici vaak wordt beweerd in 1453. Volgens die laatste groep, waaronder veel Vlaamse historici, duurde het Romeinse rijk tot het beleg en de val van Constantinopel in 1453. Volgens wie in de twintigste eeuw college liep, blijft dat 476 met de val van het West-Romeinse rijk toen de Germaanse krijgsheer Odoaker de laatste West-Romeinse keizer niet verving door een marionet. Wie geschiedenis niet als een continuüm ziet, maar als een opeenvolging van breuken zou na lezing van dit boek misschien het regime van Constantijn na 312 in aanmerking kunnen nemen of beter nog dat van diens opvolger keizer Constantius II.

Dit is natuurlijk een discussie die geen enkele zin heeft. Wat wel interessant is om bij stil te staan is waarom de kunst en cultuur van de laat-Romeinse tijd zo dramatisch inferieur is aan die van de periodes voordien. Maar ook dat is hier niet het onderwerp. Het illustreert wel de invloed van de terreur van de christenen.

Het echte onderwerp is hoe een monotheïstische godsdienst de klassieke cultuur van Grieken en Romeinen vernietigde. Nixey beschrijft en documenteert dat voortreffelijk. De polytheïstische cultuur van het Hellenisme, waar we gemakshalve de Romeinse cultuur toe rekenen, verdween compleet. De klassieke uitleg van christenen was dat die primitieve polytheïstische cultuur afgedaan had en dat de geesten rijp waren voor het ware geloof zonder belachelijke goden met menselijke gebreken. Eén universeel geloof. Nixey toont perfect aan dat dit kletskoek is.

Wat gebeurde volgens Nixey? Bendes van dogmatische casseurs vernietigden tempels en beelden. Dat begon al in de tweede eeuw na Christus. Naarmate de christenen talrijker en machtiger werden nam die vernietiging steeds meer toe. Om uiteindelijk met de zegen van het keizerlijke gezag voor een complete reset te zorgen.

Het religieus zeer tolerante Romeinse establishment keek met verbazing en afschuw toe, maar trad niet echt op. De zogenaamde christenvervolgingen door Romeinse keizers blijken een zorgvuldig gekoesterd fabeltje. De meeste martelaren in de heiligenlevens blijken verzinsels. Fake news zouden we tegenwoordig zeggen. Christelijke propaganda die eeuwen meeging en pas in de renaissance kritisch bekeken werd. De katholieke kerk deed er nog een paar eeuwen langer over (de Bollandisten) en de orthodoxe christenen kuisten hun hagiografieën en verzameling heiligen nooit op.

Eenmaal aan de macht als staatsgodsdienst zorgden de dogmatische christenen voor het uitwissen van de klassieke cultuur. Daarbij beperkten ze zich niet tot het vernielen van standbeelden. Elke archeoloog kan bevestigen dat beelden van goden, maar ook personen zoals keizers of filosofen steevast in stukken en brokken opgegraven worden in het hele voormalige Romeinse rijk. Niet enkel tempels en standbeelden sneuvelden. De christenen verbrandden ook stelselmatig alle boeken (of boekrollen). Waaronder de beroemde bibliotheek van Alexandrië die na eerdere branden naar een tempelcomplex was verhuisd.

Dat zoveel van de Griekse en Romeinse literatuur verloren ging is aan de christenen te danken. Onder andere dankzij christelijke schrijvers zoals de kerkvaders Augustinus, Hieronymus en Johannes Chrysostomus. Nixey illustreert hun dogmatisme en hun haat herhaaldelijk met citaten.

De bewering dat wat ons nog rest aan werk van klassieke auteurs te danken is aan kloosterbibliotheken of abdijbibliotheken is eigenlijk een misvatting. In de vijftiende en zestiende eeuw doken weliswaar enkele geschriften van klassieke auteurs op, maar dat was niet dankzij, maar ondanks de Kerk. In het beste geval zijn citaten van bijvoorbeeld Sallustius of Varro die Augustinus gebruikte over de Romeinse geschiedenis tot ons gekomen via één van de grootste voorstanders van boekverbrandingen.

De christenen vanaf de tweede of derde eeuw moesten in niets onder doen voor de cultuurbarbaren van ISIS of de Talibaan. De bewering dat de Kerk de Romeinse traditie voortzette in de Middeleeuwen is een verwrongen verhaal. Eén keer een staatsgodsdienst was het christendom vooral een fiscaal bevooroordeelde religie die alle andere religies wou vernietigen en hun bestaan wenste uit te wissen. Een dogmatisch geloof. Cancel culture avant la lettre als het ware.

Eeuwenlang bestonden godsdiensten naast elkaar in het Romeinse rijk. De meeste Romeinen werden christen niet omdat hun geesten daarvoor rijp waren, maar puur uit intimidatie en terreur. Een fenomeen dat zich in de zevende eeuw herhaalde met de Islam en in die godsdienst nog steeds bestaat.

Een mooi argument daarbij is dat na 1453 nauwelijks onbekende klassieke teksten meekwamen met Griekstalige vluchtelingen uit Byzantium die zich in Italië vestigden. Niet de Turken of eerder de Germanen waren dus verantwoordelijk voor het verloren gaan van pre-christelijke literatuur. De transmissie via de Arabieren (of islamitische Perzen) via Moors Spanje is trouwens ook maar gedeeltelijk waar. De Europese herontdekking van bijvoorbeeld Aristoteles tijdens de Middeleeuwen via Arabische vertalingen is een overdreven faits divers. Auteurs zoals Avicenna en Averroes begrepen de helft van wat ze vertaalden niet eens.

Nixey geeft een interessant voorbeeld met Galenus. Deze Romeinse arts gold lang als de norm dankzij zijn ‘empirische methode’. Wel die Galenus was een doelwit van de vroege christenen. Zelfs gedroeg hij zich polemisch tegenover de christenen die hij achterlijk vond. Dat überhaupt teksten van hem overgeleverd zijn is te danken aan Romeinse geletterde christenen die blijkbaar stil verzet pleegden.

Dat verzet bij de Romeinen bestond wel degelijk. Nixey citeert vele voorbeelden van vooral klassieke filosofen uit de tweede en derde eeuw die de draak staken met de christenen en hun geloof. Het mag dan ook niet verwonderen dat de christenen het vooral gemunt hadden op filosofen.

Opmerkelijk is dat tijdens de Renaissance een stoïcijn als Epictetus terug in zwang raakte bij (twijfelende of hervormde) intellectuelen. Vooral het Encheiridion samengesteld door Arrianus en de Tablet van Cebes zaten in de handbibliotheek van menig humanist in de zestiende eeuw. Maar dat is een ander verhaal voor een andere keer en komt in het boek niet aan bod.

Eeuwen van duisternis is een boek dat ogen opent. Goed geschreven, goed gedocumenteerd en vooral een boek dat mythes ontkracht. Het is ook een voorbeeld van de boutade dat de geschiedenis geschreven wordt door de overwinnaars. In dit geval een intolerante Kerk die met knokploegen en fysieke en morele terreur eeuwenoude cultuur probeerde uit te wissen en daar behoorlijk goed in slaagde.


Eén reactie op “De vernietiging van de klassieke cultuur”

  1. […] Kortom Hak om die boom is een zeer genietbaar boek met historische inzichten en context over een periode waar we nauwelijks iets over weten. De titel verwijst uiteraard naar het omhakken van ‘heilige bomen’ waarin volgens de christenen demonen huisden. Over die vernielzucht kan u meer lezen in een ander besproken boek. […]

Een reactie achterlaten