Veel consumenten ergeren zich te pletter over de vaste doppen op flesjes en drankkartons. Die ergernis zal nog toenemen want het wordt een verplichting vanaf 3 juli 2024. De regelgeving komt uit een Europese richtlijn uit 2019, maar van wie kwam het idee en welk probleem lost het op?
Vanaf 3 juli 2024 zijn al die vastgemaakte doppen definitief verplicht in de hele Europese Unie. Dat is te danken aan de richtlijn 2019/904. Beter bekend als de Single-Use Plastics Directive (SUPD). In die richtlijn stelde de Europese Commissie dat ‘Kunststoffen doppen en deksels die voor drankverpakkingen worden gebruikt, behoren tot de kunststofproducten voor eenmalig gebruik die het vaakst op de stranden van de Unie worden aangetroffen.’ Doel was ‘de verspreiding in het milieu van kunststoffen doppen en deksels van drankverpakkingen als zwerfafval aanzienlijk verminderen.’
Dus bedacht de Europese Commissie de volgende regel: ‘De lidstaten zorgen ervoor dat […] kunststofproducten voor eenmalig gebruik met kunststoffen doppen en deksels, alleen in de handel mogen worden gebracht als de doppen en deksels tijdens de fase van beoogd gebruik van de producten aan de verpakkingen bevestigd blijven.’ (artikel zes eerste lid).
Dit moest voor 3 juli 2021 in nationale wetgeving omgezet zijn en gaat algemeen in voege op 3 juli 2024. In het Europees Parlement was de Waalse liberale Frédérique Ries (MR) de rapporteur van de richtlijn. Na de stemming op 27 maart 2019 feliciteerde toenmalig Europarlementariër Mark Demesmaeker (N-VA) zelfs namens de ECR-fractie het Europees Parlement met de beslissing. ‘Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de economie en voor het klimaat, want we voorkomen CO2-uitstoot. Met elke ton plastic die we recycleren, halen we een auto van de weg. Essentieel is ook dat producenten voortaan meebetalen voor het opruimen van zwerfafval.’
Eind 2023 keurde het Europees Parlement nog enkele aanpassingen aan de richtlijn goed. Maar ondertussen zit iedereen in Europa met die irritante vastgemaakte doppen te morsen of erger.
De vraag is dan natuurlijk: waarop baseerden de Europese Commissie en het Europees Parlement zich? Niet op wetenschappelijk onderzoek blijkt, maar op gegevens van de milieuactivisten. Namelijk de lobbygroep Recycling Netwerk Benelux (RNB) dat tegenwoordig de naam Fair Resource Foundation draagt. Dat is een zeer kleine Nederlandse NGO van pakweg tien activisten met een groene missie. Drijvende kracht is de Nederlander Rob Buurman. Tegenwoordig voeren ze actie tegen sigarettenfilters én om statiegeld in te voeren op alle drankverpakkingen. U kent ze niet maar u hebt ongetwijfeld over elk van die acties in de media gehoord. Hun financiering komt naar eigen zeggen van ‘overheden, bedrijven en filantropische organisaties’.
RNB en bevriende milieuactivistische NGO’s wisten destijds blijkbaar de Europese Commissie te overtuigen en het doppenverhaal in de richtlijn te krijgen. Zogezegd omdat die doppen overal op het strand en in de natuur rondslingeren.
Na het opstellen van ontwerprichtlijn schreef het Europees Milieu Agentschap (EEA) een project uit om een app te laten ontwikkelen om voortaan zelf zwerfvuil op de Europese stranden in kaart te brengen. De LitterWatch app.
Dat project veroorzaakte een heel bijzonder fenomeen. De zwerfafvalstatistieken schoten de hoogte in. Waar tussen 2013 en 2016 iets meer of iets minder dan 100 stukken zwerfvuil gevonden werden op een strand van 100 meter lengte vonden ze in 2017 plots bijna 400 stukken zwerfvuil per 100 m strand. Na een halvering naar 200 stuks in 2019 en 2020 veerde het gevonden zwerfvuil op naar 481 stuks per 100 meter strand in 2022.
Indrukwekkende cijfers van het Europees Milieu Agentschap, maar er scheelde iets met die gegevens. Ze werden immers ingezameld door NGO’s en zogenaamde ‘burgergemeenschappen’. De cijfers kwamen gewoon van milieuactivisten. Voor de verantwoordelijke ambtenaar Michail Papadoyannakis van het Directoraat-Generaal Leefmilieu van de Europese Commissie geen probleem. Eén keer in een rapport van een Europese instelling werden het officiële statistieken van de EU.
Vervolgens verscheen in 2023 de evaluatie van die gegevens door het Europees Milieu Agentschap. Tenminste dat agentschap betaalde voor de evaluatie. De samenstelling en redactie gebeurde onder coördinatie van UFZ. Dat is een Duits onderzoekscentrum (de afkorting stond vroeger voor Umweltforschzungszentrum). Of zoals ze zichzelf voorstellen in hun mission statement: ‘It demonstrates ways in which a sustainable use of our natural resource base is possible for the benefit of both humankind and the environment.’
De gecoördineerde deelnemende instellingen kwamen uit een beperkt aantal lidstaten van de EU (vooral Duitsland, Denemarken en de Benelux). Opvallend geen auteurs uit verschillende Zuid-Europese of Oost-Europese landen op twee uit Slovenië na. Al hebben sommige geen zeekust natuurlijk. Er namen wel veel auteurs uit Noorwegen en één uit Turkije deel. Twee landen die zelfs geen lidstaten zijn van de EU.
Voor België was die medeauteur Dr Andrea Winterstetter van VITO. Winterstetter is een Oostenrijkse afvalspecialiste en uiteraard overtuigde ecologiste. Trouwens VITO telde nog een auteur de Oekraïnse bio-ingenieur Anastasiia Sholokhova. Voor Nederland schreef de marine biologe Joana M. Veiga. Kortom een bont gezelschap specialisten in duurzaamheid, recyclage, ecologie en interculturele communicatie.
Het minste wat men kan zeggen is dat de gegevens over het massale plastic zwerfvuil op Europese stranden misschien toch niet zo betrouwbaar lijken. Over de interpretaties door vooral gelijkgestemden uit bepaalde landen kunnen ook vragen gesteld worden.
Niettemin hebben het Europees Parlement en de Raad de richtlijn aangenomen en dus moeten de lidstaten niet enkel het afval zogenaamde kunststofproducten voor eenmalige gebruikt met 10% reduceren. Maar ze moeten dat doen door het vastmaken van doppen aan plastic flessen, aan melkkartons enzovoort. Tenminste als er minder dan 3 liter in kan. Allemaal om te vermijden dat doppen verloren zouden raken in het leefmilieu en niet tegelijk met de verpakking gerecycleerd worden. En ondertussen produceert de Europese Commissie via haar milieuagentschap gegevens en rapporten om de noodzaak van het beleid te bewijzen of het te promoten.
Meestal schermt het Europees Milieu Agentschap dan met statistieken. Bijvoorbeeld van Eurostat, dat beweert dat in 2021 elke persoon in de EU 35,9 kilogram plastic afval per jaar veroorzaakte. En daarvan zou slechts 14,2 kg gerecycleerd worden. Let wel dat is een Europees gemiddelde. Voor Vlaanderen geeft OVAM toch heel andere cijfers. OVAM telde in 2022 3,8 kg per inwoner aan plasticafval dat niet bij pmd-zak mocht. En 13,99 kg plastic in de pmd-zak. De hoeveelheid in de pmd-zak verdubbelde dan nog in 2021 en 2022 door andere regeltjes.
Telkens weer blijkt dat richtlijnen van de Europese Commissie onderhevig zijn aan lobbywerk en zo tot regelgeving leiden op basis van één of andere agenda. Maar lost het ook een probleem op? Dat is een moeilijke vraag. Schept het nieuwe problemen? Daar is wel een gemakkelijk antwoord op: JA. Ten eerste voor de consumenten die zich rot ergeren, maar ten tweede ook voor blinden. En wel op een heel aparte manier.
Omdat die doppen relatief veel zwaarder waren dan de pet-flessen zamelden liefdadigheidsinstellingen die in om te verkopen aan kunststofrecyclagebedrijven. Het gaat dan meer bepaald om de dopjesactie van Belgisch Centrum voor Geleidehonden. Blindegeleidehonden dus. Niet alleen zijn de dopjes nu kleiner en lichter, omdat ze vasthangen brengt nauwelijks nog iemand ze binnen vertelde een Leuvens nonnetje dat al jaren dopjes ophaalt.
Een reactie achterlaten
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.