Annemie Turtelboom (Open Vld) de voormalige liberale minister bekend van de Turteltaks op de energiefacturen (foto: EU)

Hoewel Open Vld volledig meegaat in de visie van de Europese Commissie om van de EU een energie-unie te maken en dus enorme middelen in te zetten op waterstof, hernieuwbare energie uit windmolens en zonnepanelen zitten er een paar toch wel opmerkelijke zaken in hun partijprogramma qua energiebeleid.

Het opvallendste is een uitzondering voor de industrie. Of beter gezegd een korting op de tweede belastingbrief die de energiefactuur is geworden. Open Vld wil de elektriciteitsfactuur lager en minder complex maken. ‘De elektriciteitsfactuur is nog steeds veel te complex. Dat moet eenvoudiger en gelijker. We streven naar een netto elektriciteitsfactuur.’ Klinkt het.

Open Vld wil evolueren naar ‘één distributienettarief voor elektriciteit’. Dat wordt een serieuze meerkost voor klanten van Fluvius Antwerpen. En het is nog maar de vraag of de klanten in West-Vlaanderen die nu de duurste nettarieven kennen goedkoper af zullen zijn. Hoogstwaarschijnlijk niet, want de VREG berekent die nettarieven op basis van kosten en een winstmarge. Al de klanten van de andere tien intercommunales onder Fluvius zullen dus het duurste tarief in de maag gesplitst krijgen.

Particuliere consumenten moeten kunnen kiezen voor vaste contracten mits verbrekingsvergoeding. Raar, want nettarieven en vaste contracten staan los van elkaar. Eigenlijk suggereert Open Vld hier dat niet elk huishouden dezelfde nettarieven betaalt en dat er een verschil in nettarieven bestaat op basis van vaste, variabele en dynamische tarieven op het verbruik (het deeltje op de factuur dat ertoe doet en geen belastingen of extra kosten zijn). Het verschil is enkel regionaal. Blijkbaar heeft de auteur van het partijprogramma die passages niet goed begrepen.

De liberalen willen ‘de verborgen lasten op de energiefactuur’ verminderen. Zogezegd om de huishoudens toe te laten ‘meer middelen’ te investeren in de energietransitie. Wat ze er niet bij zeggen is dat ze dus voorstander zijn van die energietransitie.

En die energietransitie zal duur zijn. Dat beseffen ze. Dus willen ze ervoor zorgen ‘dat we de energie-intensieve industrie hier kunnen houden om een robuuste basis te hebben voor de rest onze industrie’. Want ‘de hoge energieprijzen zijn een zware dobber voor onze energie-intensieve industrie’.

Daarom is het volgens Open Vld nodig een ‘energienorm’ in te voeren (wat de Vlaamse regering waar Open Vld in zat overigens al deed). Bij zo’n energienorm vergelijkt de energieregulator CREG de nettarieven en energieprijzen met die in de buurlanden. Die ‘energienorm’ van de Open Vld bestaat uit ‘een korting op het transmissienettarief voor industriële elektriciteitsverbruikers’. Ze willen een ‘industrieel tarief voor de bedrijven’ ter vervanging van de huidige (meer)kosten op de factuur. Als tegenprestatie moet de industrie investeringen blijven doen in ‘de zero carbon strategie’. Eigenlijk poneert Open Vld hier dat ze iets zoals de ‘loonnorm’ willen voor energie bij bedrijven.

Eigenlijk komt dit dus neer op meer van hetzelfde maar dan goedkoper voor de industrie omdat de energietransitie en de ‘zero carbon strategie’ banen kosten en voor delocalisatie zorgen. De oorzaak wordt niet aangepakt, de gevolgen worden draagbaarder gemaakt. Vroeger noemde dat symptoombestrijding.

Hetzelfde principe huldigen ze rond de renovatieplicht. Open Vld is voorstander van de renovatieplicht. De oplossing is hier het opzetten van een hele nieuwe sector die parasiteert op de renovatieplicht. Ze noemen dat ‘het model van Energie Service Companies (ESCO)’. Bij die ESCO’s kunnen huishoudens de renovatiekosten ‘dekken door de energiebesparingen die uit de investeringen komen’.

Dat is een zeer merkwaardige redenering. Extra facturen om andere facturen te helpen saneren of verlichten. Welke garantie bieden ze qua energiebesparingen? Kunnen ze die energiebesparingen kwantificeren? Want zolang je die besparingen niet kan voorspellen kan je die niet afzetten tegen de extra kosten. De goedkoopste investering wordt dan de investering die niet gedaan werd.

Uit hetzelfde vaatje wordt getapt wanneer Open Vld beweert dat ze ‘burgers willen ontzorgen bij renovatieprojecten door het stimuleren van innovatieve bussinesmodellen zoals het Pandschap’.

Dit is opnieuw het betalen van een expert. Een renovatiemanager. ‘Zo helpen we burgers die geen tijd en/of expertise hebben binnen renovatie. We stimuleren wijkrenovaties, waarbij renovatiemanagers hele wijken onder handen nemen via raamcontracten.’

Een verkoper dus van projecten. En die wil daar uiteraard minstens ‘een percentje’ op verdienen.

Merkwaardig genoeg zien de liberalen daar een rol voor de overheid. Via ‘energiehuizen’. ‘Die onder onze impuls extra geld hebben gekregen deze legislatuur’ aldus Open Vld. Die energiehuizen ‘zijn de one-stop-shop voor burgers die willen renoveren op vlak van advies, ontzorging en begeleiding’.

Zo kom je natuurlijk bij de vermaledijde EPC-attesten uit. Voor Open Vld moeten ‘onze woningen beantwoorden aan de energieprestatie-eisen van vandaag’. Met een verouderd woningbestand ‘verbruiken of verliezen’ die te veel energie.

Open Vld zoekt daarom ‘financiële incentives’. Zoals daar zijn de btw op sloop- en heropbouw. Open Vld wil die definitief op 6% vastleggen. Dat is een bewezen maatregel. Alleen diende die vroeger om zwartwerk in de bouw tegen te gaan.

Een tweede optie zijn ‘renovatiepremies’. En daarbij zeggen ze dat die ‘enkel van toepassing zien indien de werken worden uitgevoerd door een aannemer vrij van sociale en fiscale schulden’. Dat is overigens al lang wettelijk verplicht dus eigenlijk geen voorstel. Het is zelfs zo dat de bouwheer als hij een aannemer met schulden bij de RSZ of BTW onder de arm neemt aansprakelijk wordt voor die schulden en de facturen aan de overheid moet doorstorten in plaats van aan de aannemer in moeilijkheden. Meestal de snelste manier om die aannemer in moeilijkheden finaal om zeep te helpen.

Om op de EPC-attesten terug te komen: Open Vld wil een administratieve vereenvoudiging. Van een nutteloos instrument dat honderden euro’s kost en gevolgen heeft voor zowel de verkoopprijs van een woning als voor de renovatieplicht. Open Vld wil dit door de EU opgelegde systeem laten evolueren naar iets anders. ‘laten we het energie prestatiecertificaat (EPC) evolueren naar een zero-emission building certificaat (ZEB)’.

Zoiets kan niet zonder decretale (wets)wijzigingen en zelfs dan is de vraag of de Europese Commissie daarmee akkoord gaat.

De reden van dit nogal bijzonder voorstel is dat Open Vld projectontwikkelaars wil stimuleren ‘om samen met lokale besturen om innovatieve projecten tot stand te brengen’. Dus niet om de huishoudens te helpen, maar om de vastgoedsector en vastgoedspeculanten te helpen.

Bij de renovatieplicht is isolatie de meest logische eerste stap. Voor Open Vld moet het isoleren ‘gemakkelijker en sneller gaan’. Want zo zegt Open Vld ‘Veel mensen willen wel isoleren maar haken af omdat er te veel bij komt kijken. Vergunningen liggen aanvragen voor een paar centimeter isolatie leggen, gaat echt te ver. We schakelen zoveel mogelijk over van vergunningsplicht naar meldingsplicht, bijvoorbeeld ook inzake isolatie van achtergevels en daken, en voorzien een effectieve doorlooptijd van drie maanden als doorlooptijd, en met focus op rechtszekerheid. Wie investeert in CO₂-neutrale installaties en energie-efficiëntie moet op een zo kort mogelijk vergunningsproces kunnen rekenen.’

Aan die verstandige keuze om de bureaucratie te beperken zit een vervelend nadeel. De huidige regels om renovatiepremies of leningen te krijgen laat dit niet toe. Bovendien hangt aan een vergunning een openbaar onderzoek vast om buren en andere stakeholders inspraak te geven. Zolang die procedures niet aangepast worden is de ‘meldingsplicht’ is wensdroom.

Die keuze voor minder bureaucratie zien we ook elders in het partijprogramma. ‘Grote duurzame energieprojecten moeten ook sneller en gemakkelijker gerealiseerd kunnen worden.’ Alles draait rond ‘te veel regels en te lange doorlooptijden’. De redenering om hier uitzonderingen in te voeren is opmerkelijk: ‘Grote CO₂-neutrale energie-installaties zijn van “hoger algemeen belang” en moeten een beroep kunnen doen op een vereenvoudigde milieubeoordeling’.  Aldus Open Vld.

Eigenlijk wil de Open Vld de bureaucratie in bovenstaande voorbeelden vervangen door een Mexicaans leger aan consultants en experten die facturen sturen. Ondertussen zal de belastingbetaler die ambtenaren mogen blijven betalen.

De liberalen willen zoals de meeste partijen Vlaanderen vol zonnepanelen leggen. ‘Zo wordt Vlaanderen op dat vlak een stabiele gigawatt-markt’. Leuke slogan, maar hij klopt niet. Zonne-energie is wiebelstroom. Met weinig zonnepanelen, zowel als met veel zonnepanelen. Bovendien kan het elektriciteitsnetwerk dit niet aan door netcongestie. En wanneer er veel stroom geleverd wordt is die voor de producent bijna waardeloos of kost die zelfs geld om op het net te zetten.

Toch wil Open Vld een zonnepaneelinstallatie standaard maken voor nieuwbouw en renovatie. Door fiscale incentives te geven. Belastingvoordelen. En nu komt het: ‘door het schrappen van nettarieven en heffingen wanneer de opgewekte elektriciteit gedeeld wordt onder particulieren’. Dit vergt enige uitleg. Producenten van zonne-energie kunnen hun stroom in plaats van aan hun energieleverancier te verkopen, deze verkopen aan andere huishoudens. In dat geval willen ze de nettarieven en heffingen schrappen. Dat houdt dan wel in dat alle andere klanten die kosten zullen mogen dragen. Vooral wie geen zonnepanelen heeft en al jaren meebetaalt aan alle mogelijke premies en ‘incentives’ voor wie wel zonnepanelen legde.

Open Vld beweert verder dat ‘groene stroom en gedeelde energie goedkoper wordt’. Maar daar maken ze een bizarre kanttekening bij: ‘Vandaag word je te weinig beloond als je bewust kiest voor groene stroom of als je energie van je zonnepanelen wil delen met anderen. Het verschil met andere stroom moet groter. We schrappen alle belastingen op groenestroomcontracten voor burgers en bedrijven en voor wie energie deelt.’ Een wel erg bizarre redenering. Dus wie die ‘goedkopere’ groene stroom heeft moet extra voordelen krijgen. Beloond worden. Is goedkoop geen beloning op zich? Neen, wie niet meegaat in dat verhaal moet bestraft. Want belonen en bestraffen zijn twee kanten van dezelfde medaille. 


Een reactie achterlaten