Onder de kamperfoelie

De kleine kopie verkocht in Lyon (olieverf op doek 48 x 34 cm)

Op een veiling te Lyon in Frankrijk ging op 6 december een kopie van het schilderij onder de hamer dat bekend staat als “onder de kamperfoelie”. De hamerprijs voor deze prachtige kleine kopie van een werk van Rubens was amper 1200 euro zonder kosten.

Het gaat om een kopie van één van de mooiste zelfportretten van Peter Paul Rubens. Rubens schilderde zichzelf en zijn grote liefde Isabella Brant onder een pergola. Het is zo’n werk dat stilistisch een scharniermoment vormt in het œuvre van Rubens.

In 1609 trouwde Rubens met Isabella Brant in de Sint-Michielsabdij waar hij later zijn beroemde Aanbidding van de wijzen voor schilderde. Ze was toen achttien jaar. Rubens vestigde zich het jaar voordien na de begrafenis van zijn moeder definitief terug in Antwerpen. Een belangrijke wending in zijn carrière. In plaats van de grootste ‘Italiaanse’ schilder van de barok zou hij de grootste Vlaamse schilder van de barok worden door die beslissing.

Rubens vertrouwde vrienden destijds toe dat hij een man voor één vrouw was en sprak zich nogal laatdunkend uit over de aanhouderij aan Italiaanse hoven. Iets wat hij volgens tijdgenoten ook in praktijk bracht. Gezien de miserie die zijn vader kende door buitenechtelijke escapes misschien geen slechte attitude. Na Isabella’s dood in 1626 zou Rubens eisen dat ze centraal kwam te staan op zijn De Tenhemelopneming van Maria voor de Antwerpse kathedraal. Een schilderij dat hij voltooide het jaar na haar overlijden.

Het origineel in de Alte Pinakothek (olieverf op paneel, 178 x 136,5 cm).

Het origineel hangt in de Alte Pinakothek in München. De afmetingen zijn 178 x 136,5 cm. Oorspronkelijk was het op doek, maar later werd het overgezet op eiken paneel. De Beierse kunstverzameling kocht het in 1806 in Düsseldorf. De afmetingen van de kopie zijn 48 x 34 cm.

De kopie is gesigneerd en gedateerd 1756 door J.G. Ziesenis. Verder hangen een aantal interessante etiketten op het spieraam van het doekje.

De kopiist is niemand minder dan Johann Georg Ziesenis (Kopenhagen 1716 – Hannover 4/3/1776). Deze Westfaalse kunstschilder was de zoon van de Johan Jürgen Ziesenis, een kunstschilder uit Hannover die de Deense nationaliteit ontving als hofschilder. Zelf kreeg hij zijn opleiding in Düsseldorf.

De datering plaatst het origineel dus hoogstwaarschijnlijk al in 1756 in Düsseldorf waar het in 1806 verkocht werd aan het Napoleontische Koninkrijk Beieren. Ziesenis was toen al rond de veertig en een opkomende portretschilder. Het formaat doet vermoeden dat het voor hemzelf of een kunstkenner geschilderd werd en niet als oefening.

Ziesenis werd in 1764 hofschilder in Hannover. De hoofdstad van het Keurvorstendom Brunswijk waar de keurvorst niemand minder was dan de Britse koning (sinds 1714). De Britse dynastie van de Hannoveranen. In 1768 werd Ziesenis portrettist van Willem V van Oranje, de laatste stadhouder in de Republiek. Ziesenis werkte toen een tijd in de Nederlanden. Later zou hij actief zijn in Berlijn en opnieuw in Hannover. Hij gold als één van de beste portretschilders van gekroonde hoofden van zijn tijd.

Deze kopie is daarom in veel opzichten een zeer interessant schilderij. Waarom draagt het de bijnaam “Sous la tonnelle de chèvrefeuille”? Letterlijk onder de pergola van kamperfoelie. De tuin en de kamperfoelie staan symbool voor huwelijkse trouw. De handen die op elkaar rusten benadrukken dit extra.

Dit stukje is vooral om te wijzen op de onterechte minachting voor soms waardevolle historische kopieën van topwerken. Een kopie kan ook museale waarde hebben. Koningen en prinsen legden eeuwen lang collecties aan met kopieën van de grootste schilders door soms de grootste schilders van hun eigen tijd. Rubens bijvoorbeeld verbleef lang in Madrid voor 1608. Weet u wat hij daar deed? Juist, kopieën schilderen van topstukken van de Spaanse koning voor een andere vorst.

De achterkant van de kopie met signatuur, datering en etiketten.

Een reactie achterlaten