Dit essay van me verscheen in Civis Mundi Digitaal #78 op 23 februari 2019

Het klimaatdebat zoals het momenteel verloopt is geen debat meer. Het is een burgeroorlog aan het worden. Het centrum ontbreekt geheel en enkel de extreme tegenpolen zijn aan het woord in een dovemansgesprek. De tegenspeler is een vijand en voor de strijdende partijen is de vijand in vele gevallen een crimineel. Dit zijn psychologische processen die normaal lijken, maar zijn ze dat wel? Leefden we niet in een postmoderne maatschappij waar alles relatief was. Waarheid, geloof, politiek…

Als in het klimaatdebat één ding duidelijk wordt, is dat voor de partij die de mens als oorzaak van alle klimaatellende ziet niks nog relatief lijkt. In hun ogen is er een wetenschappelijke consensus en is de discussie afgesloten. Finaal gedaan. Wie daar niet mee instemt wordt gecriminaliseerd of in het beste geval geridiculiseerd. In een notendop dus de sociale moord op andersdenkenden.

Dit roept bij tegenstanders van de ergste “klimaathysterici” (zoals deze hun tegenstanders noemen) beschrijvingen op zoals klimaatgeloof, klimaatinquisitie en pensée unique. Waar vorige generaties juist alle dogmatische geloofsbelijdenissen afwierpen en verguisden, lijken de sceptici (klimaatsceptici) constant geframed te worden als klimaatontkenners (met duidelijke referentie naar Holocaustontkenners). Kortom de reductio ad Hitlerum.

Dat de klimaatspijbelaars zowel als de politici vaak niet weten wat ze napraten baart niemand nog zorgen. De mainstream is de norm en het volksgeloof of de (gepercipieerde) publieke opinie is per definitie mainstream. Wat echter opvalt is dat dit vijand/vriend-denken een apocalyptische politiek blijkt zoals door de filosoof Marin Terpstra beschreven. Terpstra wees erop dat nazisme, communisme en recenter het jihadisme vormen van een apocalyptische politiek zijn. Geen après nous le déluge, maar een bestemming naar apocalyptische tijden waar de goeden van de slechten gescheiden zullen worden.

Van apocalyptische politiek bestaan meer voorbeelden. Het communisme en het nazisme. Voor de ene de complete ineenstorting van het kapitalisme door een vanzelfsprekende communistische wereldrevolutie door de verworpenen der aarde. Voor de andere de Endlösung tegelijk met een duizendjarig rijk van een zuiver Arisch ras dat heel Eurazië beheerste en van alle onzuiverheden had gereinigd om de rijke landbouwgronden van Oekraïne te gebruiken om het eigen volk te voeden.

We weten allemaal hoe deze schadelijke en destructieve apocalyptische politiek van communisme en nazisme afliepen. Enorme kapitaalvernieting, enorme menselijke verliezen en een algemene dehumanisering. Het kalifaat van IS voerde eenzelfde apocalyptische politiek. De aanhangers, zowel de zeer overtuigden als de meelopers die zich als lemmingen naar een afgrond snelden en en passant al wat op hun weg kwam verstoorden en vernietigden. Tenslotte volgde de ultieme zelfvernietiging in de vorm van een soort suicide-by-cop door de verenigde vijanden zoals in Syrië en Irak nu wel duidelijk wordt.

Een apocalyptische politiek leidt tot wat Carl Schmitt in Het begrip politiek de inherente mogelijkheid tot oorlog noemt en die het gevolg is van de vriend-vijand tegenstelling die het gevolg is van de politiek. Hier dieper ingaan op de burgeroolog (stasiologie) wanneer politiek niet tussen staten, maar binnen staten extreem polariseert zou te ver leiden.

Het opmerkelijke is dat na 1945 en 1989 de burgerlijke democratie en de liberale waarden voor vrede en welvaart hadden gezorgd. Des te merkwaardiger is het dat aanhangers van de klimaatideologie in plaats van een postapocalyptische democratische politiek te voeren geheel evolueerden naar een duidelijk opnieuw apocalyptische politiek.

Dit baart zorgen. Temeer omdat ook dit keer net als bij het marxisme en racisme de wetenschap geïnstrumentaliseerd wordt. Wie wetenschap wil populariseren komt beter met wetenschappelijke argumenten dan met theologische of emotionele. Maar de klimaatbeweging verwerpt juist wetenschap die niet in hun kraam past en herhaalt gemesmeriseerd vaste mantra’s. De vijand bestaat in hun ogen uit malloten die complottheorietjes opdissen en trollen die fake news verspreiden. Die malloten en trollen bestaan inderdaad. En ze horen bij die gekozen manier van politiek. Ze zijn de reactie op de apocalyptische politiek. De kracht die uitgaat van het WIJ/ZIJ-denken en de bijhorende vijandbeelden zijn juist het gevolg van de apocalyptische politiek. Die leidt altijd tot wij/zij en vriend/vijand denken. Een besmettelijke ziekte die ook de tegenstanders aantast zoals menig voormalig gematigd anticommunist zich zal herinneren uit de jaren 1980.

Het onderscheid tussen desinformatie al naargelang ze uit verschillende kampen komt, is de weerslag van die polarisering. De media hebben dit keer duidelijk hun kamp gekozen. Nieuwe breuklijnen tekenen zich af. Niet de sociale en religieuze breuklijnen. Zelfs niet die tussen stad/platteland of centrum/periferie. De socioloog Luc Huyse van de KU Leuven telde er binnen de Belgische samenleving drie: katholiek/vrijzinnig, Vlaams/Waals en kapitaal/arbeid. Historici zoals Gitta Deneckere volgen die visie. De nieuwe breuklijn is nu alarmistische ecologie versus eco-realisme.

Zonder een cursus politieke filosofie te gaan geven – men leze desgevallend het boek van prof Marin Terpstra (De democratische cultus) – kan gerust gesteld worden dat de apocalyptische politiek die deze klimaatspijbelaars achternalopen sowieso leidt tot vijandigheden. Niet enkel sympathie of gecharmeerde reacties bij dit puberale engagement, maar ook virulente haat wekken ze op. De bewuste desinformatie en verdachtmakingen wederzijds lijken als uit een ver verleden (de Koude Oorlog) opgedoken. Een groot deel van de beweringen van de klimaatspijbelaars zijn evenzeer fake news of desinformatie, maar de mainstream media ervaart deze als goedbedoelde acties en steunt ze actief. Leugentjes om bestwil of gewoon een beetje ongenuanceerd. Elke puber heeft immers het recht zijn eigen fouten mag maken. Dat is immers een leerproces. Zo word je volwassen, maar dit is geen Mei `68 waar geroepen wordt dat het verboden is te verbieden. Hier wordt opgeroepen tot censuur, verbieden om anders te denken… hier wordt de vrije meningsuiting aangevallen en bijna een gedachtenpolitie ingesteld. Broodroof voor wetenschappers die zich niet voegen, slechtere punten voor studenten die afwijkende stellingen innemen. Dit gaat veel verder dan blindelings sympathiek puberengagement verdedigen. Een ouderlijke reflex omdat trollen hen aanvallen op sociale media zonder daarbij de juiste kritische vragen te stellen betreft de motieven, de denkprocessen en de methodes zou ontzettend gevaarlijk kunnen uitdraaien.

De dogmatische dweperij heeft niks vertederends. Ongetwijfeld zullen sociologische onderzoekers binnen enkele decennia in hun handen wrijven als ze de uitingen van alle actoren bestuderen.  Uitspraken als “We juichen het toe dat ze vragen om naar de wetenschap te luisteren en een klimaatbeleid op wetenschappelijke bevindingen te stoelen.” Klinken dan wel positief maar dat zei de Kerk in de 16de en 17de eeuw ook bij het officieel verbieden van het heliocentrisme. De wetenschappelijke bevindingen van de scholastici waren ook officiële wetenschappelijke inzichten en normen. Schedelmetingen en rassentheorie waren ooit ook ernstige officiële wetenschap. Over frenologie en astrologie kon de meerderheid en het politieke bestel met gerust hart zeggen: laten we daar nu eens goed naar luisteren. Wetenschap is geen kwestie van meerderheid versus minderheid van gelovigen die goed geluisterd hebben. Wetenschap is feitelijk, reproduceerbaar en bovenal wetenschap stelt zichzelf steeds in vraag. Wetenschap is oneindig en eindigt niet met een bepaalde consensus die politiek beslist werd. Maar wetenschap is nooit OFFICIEEL gesanctioneerd door de staat of de politiek.

Wat deze klimaatjongeren vragen is naar de door hen gepreselecteerde en gecertifieerde welgevallige “wetenschap” te handelen. Dat lijkt verdacht veel op dogmatisme. Dusver hielden exacte wetenschappers met specialisaties die ertoe doen zich wijselijk afzijdig. Media voerden voormalige beleidsmedewerkers van de Europese Commissie (die de lidstaten moesten instrueren qua klimaatbeleid) op als deskundigen. Ambtenaren die propaganda moeten maken om politieke keuzes door te drukken zijn deskundig in iets, maar niet noodzakelijk in het onderwerp van wat ze moesten doordrukken.

Geologen zoals Salomon Kroonenberg bijvoorbeeld verwerpen vele beweringen van die klimaatspijbelaars en hun voordenkers. Zo iemand weet wat hij vertelt over zijn vakgebied, maar je gaat die niet vragen om je fiets te herstellen. Ook niet al roept ie nog zo hard dat hij al 50 jaar zijn eigen fiets herstelt (tenminste als je in Amsterdam zolang je fiets kan behouden). Doe het omgekeerde dan ook niet en hou de dilettanten uit het debat of voer ze niet op als deskundigen. De oplossing lijkt eenvoudig. Dat blijken foute oplossingen bijna altijd. Organiseer misschien eens een debat met echte academische experten. Dus geen sociologen, postdocs genderstudies, specialisten ruimtelijk ordening, politici met een achtergrond in de rechten of voormalige beleidsmedewerkers van de EU, maar met actieve geologen, onderzoekers van de stratosfeer zoals bij BIRA, ingenieurs die afvalstoffenstromen en uitstoot onderzoeken…. Dat zal echter niet gebeuren. Erger nog het kan niet gebeuren want er zal geen hond naar luisteren, als gevolg van de apocalyptische politiek die gekozen werd. De klimaatbeweging heeft nog geen eigen soort sociaal-democraten om nationaalsocialisten en communisten te counteren. De klimaatinternationale loopt verenigd achter de extreme vleugel.

Het enige platform waar zo’n debat nog zou kunnen plaatsvinden is in het parlement. Waar het ook hoort. Maar ook daar zijn de stellingen allang ingenomen. De regering heeft beslist. Het gebrainwashte gepeupel kwam op straat om steeds extremere eisen af te dwingen en dus riskeert geen enkel kamerlid zijn hachje om als vijand van het volk of ketter te boek te staan. Nochtans is een massa niet-stemgerechtigde pubers geen democratische meerderheid. De keuze voor een apocalyptische politiek bij de milieubeweging is een doorslagje van de strategie van communisten en nationaalsocialisten. Dezelfde groepsdwang die binnen de moslimgemeenschap bestaat, waar je niet extreem genoeg kan zijn om niet als afvallige met zonden overladen en nagewezen te worden. Na een tijd vernietigt dergelijke beweging zichzelf. De golven slaan te pletter op de onbeweeglijke rotsen van de tijd. Wat achterblijft zijn verwoeste levens. Misschien dat we dan in plaats van apocalyptische politiek een beetje nuance zullen te horen krijgen?


Een reactie achterlaten