Sinds haar eerste misdaadroman uit 1989, die zich afspeelde in het oude Rome, schreef Lindsey Davis een paar leggers in een boekenkast vol. Op twee na heb ik ze allemaal met ontzettend veel plezier gelezen. (A Capitol Death kon ik nergens kopen en haar nieuwste die in april 2024 verscheen heb ik nog niet).

In plaats van een boekbespreking van de laatste introduceer ik hier graag het œuvre.

Toen ze in 1989 ermee begon was het ongezien. Een detective in het oude Rome. Wie zou dat willen lezen? Het succes verbaasde. Davis kreeg navolging en is niet meer de enige die Romeinse whodunits schrijft. Steven Saylor, David Wishart, Paul Doherty, Ruth Downie, Simon Scarrow en anderen deden het haar na. Naar mijn smaak halen enkel Saylor en Downie het niveau. Maar er is een opvallend verschil. Lindsey Davis combineert humor en spanning terwijl ze historisch extreem accuraat blijft op de meeste punten (behalve dan met de running gag van The Daily Gazette).

Een andere kenmerk is dat haar romans doorlopen. Elk afgerond misdaadverhaal staat op zich, maar de personages en vele nevenpersonages beleven roman na roman een groter verhaal. Met vaak zeer geestige verwijzingen naar voorgaande misdaadromans. Iets wat ook Philip Kerr deed met zijn Bernie Gunther thrillers.

In het geval van Davis valt haar œuvre uiteen in twee cycli en enkele losse romans. De twee cycli zijn het boeiendst en het vermakelijkst. De eerste cyclus is die van Marcus Didius Falco, een Romeinse ‘informer‘. Een verklikker of privé-detective. De tweede cyclus is die van Flavia Albia, de aangenomen dochter van voornoemde Falco.

De Falco-cyclus speelt zich af in tijdens de regering van Vespasianus. Die van Flavia Albia tijdens de regering van keizer Domitianus. Davis is duidelijk geen fan van Domitianus in beide cycli. Daarnaast schreef ze een roman over Vespasianus en diens langdurige maîtresse Antonia Caenis. Plus The course of honour en Master & God. Die laatste roman is een soort tussenroman bij de twee cycli over een Romeinse kapster.

Er zijn van die auteurs waar ik elke roman lees en soms herlees: Willem Elsschot, Michael Dibdin, Colin Dexter, Michael Connelly, Philip Kerr, Jo Claes, Steven Saylor en dus Lindsey Davis (ik vergeet er bewust een paar). Dat ‘exhaustief lezen’ deed ik al in mijn jeugd met Rosemary Sutcliff, Thea Beckman, Karl May, Ernest Claes en als adolescent met Georges Simenon, Albert Camus, Joseph Roth, Ernest Hemingway, John Steinbeck…

Soms zijn er schrijvers die uit bovengenoemde categorie van exhaustief of dwangmatig lezen donderen zoals Michael Crichton, John Grisham, Michael Jecks… omdat na vele werkelijk verslonden sublieme romans ze ineens een paar boeken afleverden die lijken op dat spreekwoordelijke ene slechte en vieze pistachenootje in het kommetje dat je eetlust verpest. Het zou een titel van een misdaadroman kunnen zijn ‘the Bad Pistachio‘.

Lindsey Davis is doorheen de jaren als schrijfster een beetje een deel van mijn literaire familie geworden. Iemand met een eigen deel van een boekenkast (als ik die ooit opnieuw georganiseerd krijg).

Deze voorlaatste roman in de Albia-cyclus. De laatste die ik net las en in 2023 verscheen is een buitenbeentje. Een misdaadroman zonder moord (althans helemaal op het einde is er sprake van een moord, maar die is geen onderdeel van de plot). En toch is deze misdaadroman spannend tot op het einde.

Die spanning en haar plots bouwt Davis op een eigen manier op. Altijd erg inventief en met de feilbaarheid van haar hoofdpersonage in gedachte. Dat deed ze met Falco en nog meer met Albia. Overhaaste conclusies, vergeten vragen, veronderstellingen komen dikwijls terug om het hoofdpersonage in zijn of haar gat te bijten. Ook dit keer. Wees gerust. Ik ga geen spoilers weggeven.

Davis houdt ook van rocamboleske passages. Momenten dat een grote hoeveelheid van personages er een complete chaos van maken met de nodige kolder. Voor wie daar niet van houdt meestal maar één of maximaal twee keer per roman.

Wat de misdaadromans van Davis absoluut onweerstaanbaar maken is de humor. De sarcastische en cynische opmerkingen van haar hoofdpersonage. Dat ook vaak de verteller is. Onverbiddelijke maatschappelijke kritiek, zelfspot of gewoon situationele humor die bij bijna elke dialoog staat. Ik geef een voorbeeld. Een personage antwoordt iets en daarop volgt wat Albia daarover denkt. Ze antwoordt en daarop volgt een zin met wat ze ongezouten denkt maar niet zegt.

Op zich is humor in crime fiction geen novelty. Het is wel iets wat me mateloos fascineert. Wat Davis doet is wel anders dan de wisecracks in sommige Amerikaanse misdaadromans. Bij de eerste romans van de Falco-cyclus zat die cynische interne monoloog of monologue intérieur er nog wel in. Het evolueerde tot iets heel kenmerkend voor de stijl van Lindsey Davis. Iets veel positiever dan de negatieve variant van de hard-boiled detective. Iedereen kent de verfilmingen tot film noir met Sam Spade van Dashiell Hammett (denk aan de Engelse uitdrukking calling a spade a spade), Mike Hammer door Mickey Spillane of Philip Marlowe door Raymond Chandler.

Bij Lindsey Davis is dat archetype eerst in Falco bijna geridiculiseerd tot macho-bravoure van een in de grond brave huisvader die misdaden en intriges oplost en hopeloos verliefd wordt op een cliënte. In de volgende romans nam die cliënte als nevenpersonage steeds meer de rol over. Om uiteindelijk mede-hoofdpersonage te worden. Tenslotte in de Albia-cyclus resulteerde dit in een vrouwelijk hoofdpersonage dat die omkering in alle opzichten compleet maakte. Merkwaardig genoeg maakte het Albia wel minder sympathiek dan Falco.

Die humor van Lindsey Davis gaat meestal over relaties tussen mannen en vrouwen. Over beroepen, over de overheid, over Romeinse geschiedenis… eigenlijk over alles. Die commentaar is werkelijk verfrissend.

Tegelijk slaagt Davis erin dit nooit de spanning te laten wegnemen. Dat vergt zeer zorgvuldige dosering.

Bij Fatel Legacy begint alles met een onbetaalde rekening in een bar van de tante van Albia. Dat onderzoek naar die onverlaten leidt op zijn beurt naar een opdrachtgeefster. Een typische Romeinse matrone. Het onderzoek dat volgt is een aaneenschakeling van spannende zowel als geestige verwikkelingen rond erfenissen, huwelijken, familievetes enzovoort.

Een aantal zijn in het Nederlands vertaald. Zelf geef ik de voorkeur aan het kleurrijke Engels van Davis.

Vindt u deze tekst interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 


Een reactie achterlaten