Bespreking van: Erik Scherder, Laat je hersenen niet zitten. 2014 Hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt. Uitgeverij Atenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2015. Deze recensie verscheen eerder op Civis Mundi.
Op de kaft van dit boek staat een man met een slecht geknoopte stropdas met hersenen te jongleren en een rode bol met bekend van DWDD laat het ergste vermoeden, maar niets is minder waar. Erik Scherder is neuropsycholoog en bewegingswetenschapper. Blijkbaar geeft hij samen met één van ondergetekende zijn helden, Dick Swaab, lezingen dus kreeg hij het voordeel van de twijfel en dat bleek terecht.[1]
Scherder schrijft op een nogal hyperkinetische manier, maar het boekje is van kaft tot kaft vermakelijk en instructief. Scherder heeft een boodschap en draagt ze volmondig uit. Waar de meeste dergelijke auteurs gaan vervelen werkt Scherder enthousiasmerend. Toegegeven soms lijkt hij een paar vijzen kwijt als je hem op een hometrainer achter zijn computer ziet zitten. De boodschap van Scherder is dat zitten het nieuwe roken is en dat bewegen de hersenen jong houdt. Verwacht bij dit boek geen helder gestructureerd betoog, maar spring in het diepe. Wie na het lezen niet besluit elke dag twintig minuten te wandelen en kauwgom te gaan kauwen is misschien wel gekker dan deze gekke professor.
Goudeerlijk verhaal
Aan de hand van allerlei anekdotes uit zijn eigen praktijk, wetenschappelijke studies en verklaringen toont Scherder glashelder aan hoe belangrijk bewegen is voor de cognitieve functies. Hij is ook niet te beroerd om soms te wijzen op onderzoek dat dit niet bevestigt. Dit boek is onconventioneel, maar goudeerlijk.
Zo pleit hij voor onderzoek naar eenzaamheid en stress en de correlatie met cognitieve achteruitgang. Hij legt uit hoe chronische stress een vicieuze stresscirkel in gang zet die ook nog eens tot gevolg heeft dat de lichamelijke activiteit vermindert. Het ganse boek door strooit hij bloemetjes naar andere onderzoekers zoals het team van professor Van Someren die de gevolgen van blootstelling aan daglicht onderzoekt. Hij klaagt de perverse financiële prikkels in de zorg aan en hij schrijft met ontzettend mededogen over demente bejaarden die blijkbaar zijn belangrijkste onderzoeksthema blijken. Als neuropsycholoog is hij een fel aanhanger van de biologische verklaring en hij zet op populairwetenschappelijke manier verschillen tussen witte stof en de beroemde grijze celletjes uiteen. Telkens contextualiseert hij zijn verklaringen. Een heel duidelijk voetnotenapparaat zorgt ervoor dat zijn uitleg verifieerbaar is.
In een stijl die sterk onvermijdelijk aan Oliver Sacks doet denken wijst hij op de gevaren van bedrust en in het ziekenhuis ‘liggen’.[2] Niet enkel doorligwonden zijn gevaarlijk, teveel in bed liggen is ook slecht voor het brein. Daarnaast pleit hij voor nogal onconventionele oplossingen zoals looplunches of loopvergaderingen. Waar hij enerzijds het belang van opwinding benadrukt, waarschuwt hij voor de gevaren van overstimulering. Hoewel studeren met koptelefoon met muziek het arousalniveau doet stijgen, kan te hoge activiteit tot angst leiden. De wetenschappelijke uitleg over executieve functies (plannen en uitvoeren) en de functie van de prefrontale cortex (PFC) is bondig en duidelijk. Wie geen neurowetenschapper is, durft al eens in de war te raken bij vele publicaties over pcf, hippocampus enzovoort. Dankzij de badinerende toon neemt Scherder de lezer aan de hand en na elke hoofdstuk blijkt het een coherent verhaal. College volgen bij Scherder moet een hele ervaring zijn. Enkel wanneer hij zijn eigen wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van lopen op de executieve functies uitlegt (een meta-analyse) wordt hij een tikje academisch maar meteen gaat hij over op de paradox van de verbeterde impulscontrole bij beweging en het agressieve gedrag op voetbalvelden. Kort daarna citeert het onderzoek van Charles Hillman waaruit bleek dat zwakkere leerlingen door even te sporten dezelfde sterke hersenactiviteit kregen als de sterkere leerlingen.[3] Het daaropvolgende betoog tegen beeldschermkinderen met ipad, ipod en smartphones op school is helder en overtuigend. Schooldirecteurs moeten absoluut pagina 139 tot 142 lezen!
Scherder neemt een voor een neurowetenschapper bijzonder standpunt dat bewegen beter helpt tegen depressie dan farmacologische behandeling. Hij geeft toe dat het niet voor alle cognitieve functies geldt, maar bij ouderen heeft depressie invloed op het geheugen en bewegen is goedkoper en heeft geen negatieve bijwerkingen.
‘Kauwen is ook bewegen’
In hoofdstuk 8 over kauwen en de voordelen van kauwen als hersenstimulatie trekt Scherder zijn doos met smakelijke anekdotes open en geeft vervolgens telkens een beetje wetenschap. Zijdelings raakt hij ook het belang van mondhygiëne aan bij dementie. Uit de sport is reeds algemeen geweten dat paradontitis de prestaties zwaar onderuit kan halen, maar blijkbaar vond hij onderzoek waaruit bleek dat het ook invloed heeft op het ontwikkelen van Alzheimer. Kauwen blijkt ook stressverlagend te werken.
Laat je hersenen niet zitten is bijna een manifest van een neuropsycholoog tegen de grootste bedreiging voor de volksgezondheid: te weinig bewegen. Een manifest dat alle aandacht verdient en dat gekke covers en clowneske optredens in talkshows rechtvaardigt.
Lode Goukens
Bibliografie:
Castelli, Darla M, Charles H Hillman, Sarah M Buck, and Heather E Erwin. 2007. “Physical fitness and academic achievement in third-and fifth-grade students.” Journal of Sport and Exercise Psychology 29 (2):239.
Hillman, Charles H, Kirk I Erickson, and Arthur F Kramer. 2008. “Be smart, exercise your heart: exercise effects on brain and cognition.” Nature reviews neuroscience 9 (1):58-65.
Hillman, Charles H, Matthew B Pontifex, Lauren B Raine, Darla M Castelli, Eric E Hall, and Arthur F Kramer. 2009. “The effect of acute treadmill walking on cognitive control and academic achievement in preadolescent children.” Neuroscience 159 (3):1044-1054.
Sacks, Oliver. 1986. The Man Who Mistook his Wife for a Hat. London: Picador.
Sacks, Oliver. 1995. Een antropoloog op Mars. Amsterdam: Meulenhoff.
Sacks, Oliver. 2008. Een been om op te staan. Amsterdam: Meulenhoff.
Scherder, Erik. 2014. Laat je hersenen niet zitten
Hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt. twaalfde druk 2015 ed. Amsterdam: Atenaeum – Polak & Van Gennep.
Swaab, Dick. 2010. Wij zijn ons brein: van baarmoeder tot Alzheimer: Atlas Contact.
[1] Swaab (Swaab 2010) een aanrader!
[2] Sacks (Sacks 1995, 2008, 1986)
[3] Hillman (Castelli et al. 2007, Hillman, Erickson, and Kramer 2008, Hillman et al. 2009)