Een onwaarschijnlijke bestseller in Frankrijk in 1975 en in de jaren 1980 ook in Nederland en Vlaanderen.

De bekende Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie is op 94-jarige leeftijd overleden. Dat meldde vandaag de Franse krant Le Monde.

Mijn eerste echte paper op de universiteit schreef ik over zijn boek Montaillou. Dat deed ik voor de steeds aimabele professor Dirk Van Der Cruysse. Extra moeilijkheid was dat het ook in het Frans moest. Ik las het boek daarom opnieuw in een Franse pocket-uitgave. Als adolescent las ik het eerder in vertaling (geleend uit de stadsbibliotheek).

Ik had enkele vragen over een soort substraat van manicheïstische religie en schreef Emmanuel Le Roy Ladurie een brief. Zo ging dat destijds. Met postzegel en enveloppe. Ik was toen de enige student in de ganse faculteit Letteren en Wijsbegeerte met een e-mail-adres. De decaan controleerde zelfs voor de zekerheid of een mainframe-account inderdaad gratis was voor de studenten zoals in de brochure van de universiteitsbibliotheek stond. De correspondenten via e-mail zaten helaas allemaal in de Verenigde Staten. Frankrijk zat nog in het Minitel-tijdperk.

Le Roy Ladurie antwoordde snel op prachtig ivoorwit briefpapier van de Bibliothèque nationale. Vanuit de oude historische gebouwen nog waar die bibliotheek al huisde ten tijde van Mazarin.

Le Roy Ladurie was professor aan het Collège de France, administrateur général van de Bibliothèque nationale en een geschiedkundige die als één van de eersten het klimaat ter sprake bracht. Emmanuel Le Roy Ladurie stierf op 22 november op de gezegende leeftijd van 94 jaar. Hij was ook een beetje een buitenbeetje onder de Franse intellectuelen omdat hij burgerlijk en katholiek bleef na zijn studies. Al was hij lid van de communistische partij tot hij in 1957 afstand nam omwille van de Stalinistische terreur. Alsof zijn verkoopsucces in 1975 dat nog erger maakte keken en kijken veel linkse academici nog steeds neer op de man die de katharen wereldberoemd maakte.

Wat die paper betreft schreef ik wel meer brieven. Zo stuurde de archivaris van het Vaticaan een zeer vriendelijke brief waarin hij me feliciteerde als student van een jezuïetenuniversiteit en microfiches insloot van de inquisitieverslagen waarop Le Roy Ladurie zich gebaseerd had. Hoe kwamen die verslagen in de Vaticaanse archieven terecht? De Franse monnik en inquisiteur schopte het tot paus. Waarna Le Roy Ladurie hem met één boek uit de vergetelheid trok.

Montaillou, een ketters dorp in de Pyreneeën was een baanbrekend boek, maar ook een boek dat aansloeg bij het brede publiek. Wanneer in colleges cultuurgeschiedenis stilgestaan wordt bij de grondleggers van de microgeschiedenis dan gaat het al snel over Carlo Ginzburg, Clifford Geertz en Natalie Zemon Davis. Le Roy Ladurie hoort eigenlijk thuis in het rijtje cultuurhistorici die met iets zeer specifieks universele inzichten hielpen vorm geven. Een pak minder speculatief overigens dan bijvoorbeeld Robert Darnton. Na het lezen van diens The Great Cat Massacre was ik minstens even enthousiast als na Montaillou. Alleen van die bewondering blijft jaren later weinig over. Zoals wel meer Amerikaanse historici liet Darnton de feiten nooit in de weg staan van een goed verhaal. Dat laatste kan je van Le Roy Ladurie niet zeggen. Montaillou staat als een huis.

Le Roy Ladurie koos voor een late vorm van de kathaarse ketterij in een uithoek van Frankrijk. Dankzij de ‘interviews’ door Jacques Fournier, de latere paus Benedictus XII. Fournier was paus in Avignon, tijdens de zogenaamde Babylonische ballingschap van de pausen. Hij zag de waarde van die getuigenissen. Als waren het ‘ego-documenten’. Hij analyseerde ze, contextualiseerde ze en plaatste alles in het juiste historische kader. O.a. met kruistochten tegen de katharen en de rol van de koning en het centrale gezag in Parijs. Hij beschreef de sociologische bedreigingen die deze godsdienst blijkbaar vormde en hoe het gezag of het bestel reageerde. Geschiedenis met een vleugje culturele antropologie als het ware.

De latere boeken van Le Roy Ladurie hebben nooit meer diezelfde invloed op me gehad als Montaillou. Dat lag trouwens niet aan de onderwerpen. De Platters of de Fuggers interesseren me eigenlijk meer dan kathaarse boertjes die zich te buiten gaan aan seks of parfaits die deernes wijsmaken dat een theebuiltje rond de nek beschermt tegen ongewenste zwangerschap. Na Montaillou was ik in de ban geraakt van Peter Burke, Marshall McLuhan, Marshall Shalins…

Misschien is het beste eerbetoon aan de overleden Emmanuel Le Roy Ladurie om het boek dat in één adem met hem vernoemd wordt nog eens ter hand te nemen. De Ooievaar-pocket is blijkbaar uitverkocht, maar elk antiquariaat zal wel een exemplaar voorradig hebben.


Een reactie achterlaten