Het Salomonsoordeel

Rechtspraak is een steeds terugkerend thema in de Vlaamse schilderkunst. Ik heb daar een theorie over. Zeker als het gaat over schilderijen die voor de publieke ruimte bestemd waren zoals raadhuizen en kerken. Ze vormen dan een politiek programma van de stedelijke of ambtelijke elite binnen de Bourgondische of Habsburgse Nederlanden. De rechtsprekende is vaak de koning of de keizer zoals bijvoorbeeld Cambyses, Salomon, Otto…

Dit keer ga ik het hebben over het Oordeel van Salomon. Op 11 november werd in Alençon een paneel geveild voor maar 1900 €. Misschien omdat de kader er raar uitzag (hoewel die wel degelijk zestiende-eeuws lijkt). De schildering was van geen grote verfijndheid, maar op zijn minst passable. De kwaliteit van het geheel was niettemin best aanvaardbaar.

Paneel en kader van het Salomonsoordeel, olieverf op paneel, 57,5 x 80 cm (bron foto: veilinghuis Orne Enchères)

De compositie en vooral de uitwerking doen zeer denken aan een prent uitgegeven door Gerard de Jode te Antwerpen in 1579. Die prent is gestoken naar Jan Snellinck (Mechelen 1547 – Antwerpen 1638).

De prent uitgegeven door Gerard de Jode naar Jan Snellinck. De vermoedelijke graveur is Hans Collaert. Papier, plaatrand: hoogte 187 mm × breedte 242 mm

Het veilinghuis had een beschrijving. In Frankrijk betekent dat dikwijls dat ze er maar een slag naar slaan. Ze beweren dat dit Salomonsoordeel naar de gravure van Dirck Volkertszoon Coornhert (Amsterdam 1522 – Gouda 1590) is en het ontwerp was van de Antwerpse schilder Frans Floris. Het originele schilderij zou zich bevinden in het KMSKA. Dat laatste kon niet kloppen. Kijk zelf maar naar het paneel van de hand van Frans Floris.

Het Salomonsoordel door Frans Floris (KMSKA)

De prent van Coornhert daarentegen naar een ontwerp van Frans Floris bestaat dan weer wel. Eigenlijk gaat het om een uitgave uit 1556 van Hieronymus Cock (Antwerpen 1518 – Antwerpen 1570). Een prent dus van de gerenommeerde uitgeverij Aux Quatre Vents. De compositie is bijna identiek. Het paneel dat in Frankrijk geveild werd lijkt dus een kopie van een prent. Ik kom wel vaker atelierwerk tegen in mijn onderzoek waarbij dit het geval is. Soms is niet duidelijk of de prent (naar een tekening uiteraard) een weergave is van een schilderij of een schilderij een weergave van een prent dat als model diende.

Prent gegraveerd door Coornhert en uitgegeven in 1556 door Hieronymus Cock naar ontwerp van Frans Floris.

Dit paneel was oud, maar de achterkant zag er vreemd uit. Het keur van met de Antwerpse burcht met handjes is niet te zien. De kanten zijn afgeschuind zoals hoort. Het schaven is nogal primitief voor een Antwerpse paneelmaker. De kader heeft verstek zonder deuvels (wat meestal kenmerk is van jongere kaders). Toch doet de kader denken aan voorbeelden van kaders rond schilderijen van Hieronymus Cock en Pieter Coecke van Aelst (Aalst 1502 – Brussel 1550) van rond midden zestiende eeuw. Maar ik gok eerder op 18de eeuw.

De achterkant van het paneel. (bron foto: Orne Enchères)

En waarom zijn nu die gerechtsschilderijen zo belangrijk? Omdat ze een aantal zaken benadrukken. Dit zijn propagandaschilderijen. Geen propaganda fide voor het geloof, maar burgerlijke propaganda. De boodschap is dat de koning (en dat is in dit geval zonder twijfel Philips II) in rechtszaken wijs diende te oordelen. Rechtszekerheid garanderen, zouden we tegenwoordig zeggen.

Zo’n prent met dat onderwerp in 1556 of 1579 is een discussion piece voor intellectuelen, maar ook een signaal naar het gezag. Zeg maar de noblesse de robe of ambtsadel die de koning waarschuwt. Die via bureaucratie opgeklommen burgers financierden vaak ook dit soort uitgeefprojecten (Granvelle sponsorde bijvoorbeeld Aux Quatre Vents). Die ambtsadel is een belangrijke factor in mijn onderzoek naar wie die prenten uitgaf, waarom en wie het kapitaal aanleverde.