Geloof en Ketterij

Onlangs geveild schilderij.

Is het noodzakelijk een schilderij te begrijpen? Bij oude kunst is het op zijn minst nuttig, maar niet essentieel. Bij de meeste schilderijen valt de enorme hoeveelheid verborgen symboliek in alle details zelfs niet meer op. De postmoderne kijker registreert zelfs vaak geen details meer.

Dat is niet ongebruikelijk. Dat gebeurt met hedendaags cultuurgoederen ook. Het beste voorbeeld is de product placement in tv-programma’s en films. De meeste kijkers merken het niet eens op en de enkelingen die het zien ergeren zich zelden.

Nu ja, bij oude kunst is het soms ook heel subtiel. Heiligen met vuile teennagels die wijzen op de protestantse overtuiging van de schilder. Maar het afgebeelde tafereel is meestal wel te begrijpen. Zelfs als het een Bijbelse of mythologische voorstelling is.

Eén genre in de schilderkunst is veel moeilijker te begrijpen. Hoewel het allesbehalve subtiel is. Dat zijn de allegorieën. Een genre dat heel populair bleek in het laatste kwart van de zestiende eeuw. Een periode van burgeroorlogen, opstanden, godsdienstoorlogen, politieke moorden, vervolgingen… Maar ook een periode van veel politieke filosofie zoals de monarchomachen die regicide of koningsmoord rechtvaardigden. Of denkers over tirannie, onderdanigheid enzovoort zoals Etienne de la Boétie. Antwerpenaar Jan Asseliers was zo iemand. Hij schreef de Plakkaat van Verlatinghe. De onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden als het ware.

De allegorie is een genre dat stijf staat van de boodschappen. Dikwijls zeer tijd en context-gebonden boodschappen.

Daarom dat ik het over dergelijke allegorie wil hebben. Als aanleiding daartoe fungeert het onlangs geveilde werk ‘geloof en ketterij’. Het is een schilderij in olieverf op paneel. De benaming is voor de hand liggend. De titel is niet fides en heresia, maar fides en heresis. Die naam is trouwens afkomstig van een ander quasi identiek schilderij met iets meer details, maar iets slechter geschilderd.

Ons besproken paneel draagt andere inscripties dan die met Latijnse inscripties. Op het boek onder de voeten van Geloof staat ‘Gods Woord ‘ en er staat iets onleesbaars op het boek onder de voeten van Ketterij. Verder staat er Gout beloften op de staf van geloof en eÿghen goet dincken op een staaf op de driehoekige plavei.

Merk op dat Geloof op één enkel boek staat en Ketterij op meerdere boeken.

Enkele jaren geleden geveild schilderij.

Er zijn tal van neventafereeltjes. Opvallend zijn de twee sferen op de voorgrond. De ene bevat een nar met werktuig. Op de bol ligt een pet van een academicus. In de andere sfeer zit een geleerde met globe en boeken. Op het tweede schilderij ligt op de sfeer een zotskap. Daar hebben de sferen ook een meridiaan en een kruis. Het zijn voorbeelden van globus cruciger. Kruisdragende globes. Symbolen van gezag.

Salvator Mundi door Andrea Previtali met globus cruciger.

In de achtergrond zien we links een prediking in open lucht. Een tweede tafereel in het midden lijkt op een doop aan de oever van een rivier. En rechts is er niks. Op het tweede schilderij is daar een derde tafereel namelijk Adam en Eva in het Aards Paradijs.

Geloof draagt een kelk met Heilige Geest erboven en een brandende lantaarn. Ketterij draagt een gedoofde lantaarn (met een uil erop). Wat ketterij in de andere hand heeft lijkt een bloem, maar door vergelijking van de twee schilderijen blijkt het de verboden vrucht met een hap eruit. Op het tweede paneel zit een duif op de lantaarn van Geloof.

Ketterij is tevens geblinddoekt (wel doorzichtig op beide panelen). En heeft een pleister op haar been. Op het tweede schilderij zie je duidelijk dat daar een slang in haar scheen bijt. Die slang is op het eerste paneel veel minder goed zichtbaar.

Van deze compositie vond ik dusver nog geen prent of andere voorbeelden. Maar ze past binnen een mode. Deze panelen zijn discussiestukken of discussion pieces voor mensen met een uitgesproken mening over geloof eind zestiende eeuw. Het gaat hier niet over grote kunst qua compositie of qua uitvoering, maar het gaat wel om een tijdsdocument.

We weten van de Rederijkers dat ze veel bezig waren met allegorieën. Maar dan denken we vooral aan dichtkunst en bovenal aan toneel. Tableaux vivants tijdens processies, optochten en bijvoorbeeld Blijde Inkomsten. Omwille van het ontbreken van fotografie en vooral video staan we er zelden bij stil dat ook die voordrachten, toneeltjes of processies vooral een audiovisueel gebeuren waren. Dat ging verloren omdat het nauwelijks vastgelegd werd, maar het theatrale en visuele was wel heel belangrijk.

De allegorie was een manier om aan maatschappijkritiek te doen. In een zeer intolerante politieke en sociale context. Peeter Baltens en Willem Van Haecht hielden zich daar veel mee bezig. De volgende prent is een voorbeeld van een door Peeter Baltens uitgegeven prent uit 1577 (dus vrij kort na de Spaanse Furie in 1576).

Door Peeter Baltens uitgegeven prent Die Cracht der Peys (de kracht van de Vrede).

Bovenstaande allegorie is een allegorie op de vrede gesloten met het Eeuwig Edict van 12 februari 1577. Voorzichtigheid (Prudentia) smeedt zwaarden tot ploegijzers in een oven. Ze wordt geholpen door Rede (Ratio). Op de schoorsteen het wapen van Don Juan van Oostenrijk. Vader Tijd smeedt landbouwwerktuigen van wapens en harnassen. Geweld (Violentia) is vastgeketend aan het aambeeld en wordt gedwongen te helpen bij het opstoken van de oven. Rechts op de achtergrond is het einde van de oorlog verbeeld. Links op de achtergrond worden akkers bewerkt, als verwijzing naar de opbouw van het land. Vanuit de hemel kijken Vrede (Pax) en Rechtvaardigheid (Justitia) toe. Tussen hen in het tetragram als symbool van God de Vader.

Die ogenschijnlijke onleesbaarheid van dergelijke prenten en schilderijen is niet zo uitzonderlijk. Dat fenomeen treedt bij politieke spotprenten nog veel sneller op. Maar de iconografie is ook niet ondoorgrondelijk. Denk maar aan het zwevende driehoekje boven Fides en Heresis (enkel op het eerste paneel). Dat is Gods alziend oog. Dat velen zich herinneren van in parochiehuizen of gelagzalen.

De merkwaardige ‘Vlaamse’ allegorie op een veiling in Frankrijk was met andere woorden iets speciaals. De compositie was gekend van een bijna identiek schilderij dat enkele jaren geleden op de veiling verscheen. Het ging om Fides en Heresis. Geloof en Ketterij. Op zich een logische combinatie, maar toch niet zo courant. Al zullen er vanaf de zeventiende eeuw barokke overwinningen van het geloof op de ketterij opduiken in de schilderkunst. Dat zijn dan contrareformatorische propagandastukken.

Fides en Mohammed (foto: Rijksmuseum)

Deze prent dateert uit 1576 en toont Mohammed als verpersoonlijking van ketterij. Ze werd uitgegeven door de katholieke Antwerpse uitgever Adriaen Huybrechts (Huberti) en is mogelijk naar ontwerp van Chrispijn Van den Broeck en werd gestoken door Hans Collaert I.

Op de voorgrond zit Geloof (Fides) voor een antieke ruïne: in de rechterhand een crucifix, in de linkerhand een kelk. Voor haar zit Mohammed gebogen voor een boek (de Koran). Op de achtergrond ziet de lezer verschillende kerken waar mensen bidden. De prent heeft een Latijns, Frans en Nederlands onderschrift. Deze prent is deel zes van de serie ‘De zeven hoofddeugden en hun menselijke tegenhangers’.

Meestal op schilderijen en prenten komt Geloof samen voor met Hoop en Liefde . Uitzonderlijk komt Ketterij als losse allegorische figuur voor of als onderdeel van bedreigingen van de ware gelovige zoals in ‘Vierderley strydt hier den gherechteghen heeft / Welck dees figure in vier punten te kennen gheef’ uitgegeven door Volckxen Diericx, de weduwe van Hieronymus Cock. Uitgegeven tussen 1570 en 1601 (hoogstwaarschijnlijk eerder rond 1576). De ontwerper is Maerten De Vos en de graveur is Hieronymus Wierix.

Prent uitgegeven voor Volckxen Diericx (foto: Rijksmuseum)

Het gaat hier om de vier vijanden van de ware gelovige. Een zinneprent of allegorische voorstelling waarin de vrouwelijke personificatie van de rechtschapen christen wordt belaagd door vier vijanden: de Dood, de Ketterij, de Wereld en de Duivel. Met onderschrift van 4 kolommen in elk 4 regels Latijn en 4 regels Nederlands.

Het spreekt vanzelf dat dergelijke prenten of schilderijen buiten de smaak vallen van veel kunstliefhebbers. Ze vergen een intellectuele inspanning en schoonheid was niet de hoofdreden bij het schilderen wat dan weer maakt dat het technisch niet de opvallendste werken zijn. Dat de auteurs onbekend zijn helpt ook niet om op te vallen.

Toch vertelt zo’n paneel ontzettend veel over de opdrachtgever. Vraagje kan u zeggen of die opdrachtgever katholiek, calvinistisch, wederdopers of luthers was?