Europese defensie

Eén van die boeiende boekjes uit 1988 over Europese defensie. (foto: © Lode Goukens)

De afgelopen jaren schreef ik verschillende artikels over de ambities van de Europese Unie om een Europese defensie op te zetten. Een project dat van mislukking naar mislukking laveert. Zelfs nu de Europese Unie steeds meer zich als militair blok positioneert.

De Europese defensie in de vorm van een verdragsorganisatie is een oude droom van de Europese beweging. Eind jaren 1980 tot begin jaren 1990 vormde het zelfs het onderwerp van een intellectueel debat. Toen verschenen boeken zoals La défense de l’Europe en L’Europe occidentale à l’heure américaine: le Plan Marshall et l’unité européenne (1945-1952) waar dit in aan bod kwam. Vooral de Brusselse Franstalige uitgeverij Complexe bracht tal van boeiende boekjes uit in de reeks Questions au XXe S.

Er verscheen zelfs één lijvig boekje dat geheel ging over de mislukking van de Europese Defensiegemeenschap (EDG) in 1952. Een verdrag tussen Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Nederland, België, Luxemburg en Italië dat nooit geratificeerd werd.

Vooral het boekje van Gérard Bossuat over de relatie met de Verenigde Staten uit 1992 is nog steeds leesbaar. Bepaalde hoofdstukken onder directie van Raoul Girardet in La défense de l’Europe blijven ook lezenswaardig. In het boek over de NAVO van Theo Francken en anderen staan eveneens interessante bijdragen (de link naar mijn recensie staat onderaan).

Een geschiedenis over de Europese defensie is nog niet geschreven. Allicht omdat het geen erg fraai beeld zal tonen.

Als journalist sprak ik destijds enkele keren met Wim van Eekelen, toen secretaris-generaal van de West-Europese Unie (WEU). De WEU was een intergouvernementele organisatie (IGO) die bestond van 1954 tot 2011. Eigenlijk was dit een organisatie die dateerde van voor de NAVO. Ze ontstond kort na de Tweede Wereldoorlog door het Verdrag van Brussel. Nadat kort daarna de NAVO ontstond bleef de WEU bestaan als parallelle organisatie van geallieerde landen.

Doel werd de integratie van West-Duitsland in de West-Europese defensie. Een samenwerking naar model van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). In 1954 traden Italië en Duitsland toe tot het Verdrag van Brussel en ontstond de WEU. Hoewel vooral politiek en diplomatiek en minder operationeel qua defensie werd de WEU een interessante IGO. Met de kenmerken van elke IGO: een raad van ministers, een parlementaire vergadering, een secretariaat, een secretaris-generaal… Wat ik in mijn cursus het nieuwe institutionalisme noem.

In 1952 was de Communauté européenne de défense (CED) of Europese Defensiegemeenschap (EDG) mislukt. Dit plan (dat eigenlijk van Jean Monnet was) resulteerde in een verdrag dat door geen enkele lidstaat geratificeerd raakte. Een Europees leger zoals de EDG voorstelde zat er niet in. De WEU daarentegen had zelfs geen leger.

De NAVO was uiteraard veel belangrijker waardoor de WEU een stil bestaan leed en aanschurkte bij de NAVO. Toen in 2007 het Verdrag van Lissabon de verplichting tot wederzijdse bijstand bij een militaire aanval overnam, besloten de lidstaten de WEU op te heffen. Dus niet te integreren in de Europese Unie zoals vaak beweerd wordt. De facto kwam het misschien daarop neer, maar qua verdragen is de Europese Unie eigenlijk niet bevoegd voor defensie.

Pierre Gerbet schreef in 1988 dat het probleem van de Europese defensie was dat 230 miljoen Amerikanen 320 miljoen Europeanen moeten verdedigen tegen 270 miljoen Sovjets (Russen en hun satellietstaten). In 1988 voor de val de Berlijnse muur en de implosie van het communisme vormde reeds het institutionele het grootste obstakel. De ‘reactivatie’ van de WEU leek toen de enige uitweg.

Het Europees leger werd door de toenmalige Belgische premier Guy Verhofstadt terug op de agenda geplaatst. In april 2003 leidde dit tot een mini-top over EU-defensie. ‘Ik wil in de toekomst een Europees leger zien marcheren’, aldus premier Guy Verhofstadt. Samen met de Duitse bondskanselier Gerhard Schroder, de Franse president Jacques Chirac, en de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker lanceerde de Belgische premier op 29 april 2003 een Europees defensie-initiatief.

Dat plan stond al in de verworpen Europese Grondwet. Eigenlijk ging het om een plan van ‘NAVO-dissidenten’. Een anti-Amerikaans plan dus. Italianen en Britten vermaanden de vlucht vooruit door Verhofstadt.

Een pleidooi voor een sterke Europese pijler in de Atlantische alliantie was niet nieuw in 2003. Over een Eurocorps werd als sinds 1992 gepraat. Bepaalde landen vormden trouwens al zo’n Eurocorps (Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland). Maar dat bleven kleine prestige projecten.

Het pleidooi voor een sterke Europese pijler van Verhofstadt bleek een politieke marketingtruc om van een destructieve opstelling een constructief verhaal te maken.

Europese militaire samenwerking kwam altijd opnieuw uit bij de Atlantische samenwerking. Dat bleek vooral een centenverhaal. Het was geen keuze tussen Washington en Parijs. Al riskeerde Verhofstadt wel de NAVO-zetel in Evere en het commandocentrum in Casteau (Bergen) van de SHAPE te verkwanselen.

Eén leger vooronderstelt één buitenlands beleid. Dat heeft de EU niet. Toen niet en nu niet. En bovenal er was geen geld voor. Verhofstadt kwam erop terug als hij aandacht zocht van de internationale pers. In 2005 wou hij een Verenigde Staten van Europa. In 2013 zelfs een EU-regering.

In 2016 besloot de EU om marsorders te geven aan de defensiebudgetten van de lidstaten. Daarmee probeerde de EU de Amerikanen te paaien die eisten dat de NAVO-lidstaten hun eerlijke bijdrage leverden. Die discussie is tegenwoordig voorbij. Met dank aan de Russische inval in Oekraïne. Op de festiviteiten van de 75ste verjaardag van de NAVO in Washington bleek dat de Europese lidstaten op België na hun doelstellingen zullen proberen halen om hun defensiebudget op orde te zetten.

Hoe de EU geld mobiliseert om bij die inspanningen te helpen beschreef ik eveneens al enkele jaren geleden.

De EU heeft geen echte bevoegdheden qua defensie volgens de Europese verdragen, maar ze houdt zich er wel mee bezig. Dat neemt niet weg dat de EU momenteel hoge militairen in dienst heeft en defensiebeleid ontwikkelde. Daarover kan u alles lezen in mijn artikels die bij Doorbraak verschenen.

5/4/2021 Amerikanen eisen Europese miljarden voor Israël en NAVO Horizon Europe goed voor 100 miljard euro

8/5/2021 EU speelt NAVO Getelefoneerde toetreding is signaal aan Russen

2/9/2021 Europees leger in stroomversnelling? EU-leger: het monster van Loch Ness

10/11/2021 Een Europees leger en het Napoleoncomplex van president Macron
Blauwdruk EU-leger nog deze maand op agenda Raad

15/11/2021 Bikkelharde diplomatie of pijnlijke Duitse uitschuiver?

9/12/2021 NAVO aangekomen bij de terminus?

24/5/2022 Europese Unie wil groepsaankopen voor defensie
Verborgen EU-centralisme begon met vaccins en gaat verder met gas en wapens

Bibliografie:

Bossuat, G. (1992). L’Europe occidentale à l’heure américaine: le Plan Marshall et l’unité européenne (1945-1952), Editions Complexe.

Girardet, R. (1988). La défense de l’Europa. Bruxelles, Editions Complexe.

Vindt u deze tekst interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 


Eén reactie op “Europese defensie”

  1. […] De belangrijkste daarbij was de benoeming van een eurocommissaris voor defensie. Eigenlijk is defensie geen bevoegdheid van de Europese Unie. Al beweert de Commissie van wel. Ze baseren zich daarbij op […]

Een reactie achterlaten