Gisteren ging op een veiling in Frankrijk een Toren van Babel onder de hamer. Een mooi gerestaureerde versie. Toegeschreven aan Hendrick Van Cleve. De schatting was 15.000 euro. De verkoopprijs was 50.000 euro en daar komen nog een hoop kosten bij. Op zich niet uitzonderlijk. De prijzen voor Antwerpse Torens van Babel variëren soms van enkele duizenden tot honderdduizenden euro’s.

Over de schilderijen van de Toren van Babel had ik het hier al eerder. Dit is een mooi voorbeeld van de specifieke compositie die doorgaans (foutief) aan Hendrick Van Cleve worden toegeschreven. Veilingmeesters hebben de neiging fouten over te nemen en elke Toren van Babel toe te schrijven van Hendrik Van Cleve (1525-1589). Dit paneel is daar één van.

Hoewel hij dit hoogstwaarschijnlijk niet de auteur was, past hier een kleine uitleg over Hendrick Van Cleve.

Hendrick Van Cleve was een tekenaar, graveur (geen etser) en schilder die ruïnes, architectuur en dergelijke zijn specialiteit maakte. Zijn prenten signeerde hij met ‘Henri Cliven.’. Dat puntje is een afkorting en wijst op de genitief. Van Cleve dus in het Latijn: clivenis. Van Cleve was een grote naam in zijn tijd en had lang gereisd. In Italië maar ook elders rond de Middellandse Zee. Maar als kunstenaar was hij vooral actief in zijn geboortestad Antwerpen.

Prent van Hendrik Van Cleve met een brug in Italië. (foto: © Lode Goukens)

Zijn oudere broer Marten Van Cleve schilderde dan weer vooral boerentaferelen. Daarop ingaan zou te ver leiden. Wel is geweten dat hij de landschappen schilderde voor zijn broer en anderen. Hij werd meester in het Sint Lucasgilde in 1551. Rond dezelfde tijd als Peeter Baltens, Pieter Bruegel en Maerten De Vos.

Die architecturale insteek zien we op dit paneel. Maar typische kenmerken van de paar Torens van Babel die met zekerheid aan Hendrick Van Cleve toegeschreven kunnen worden ontbreken. Namelijk de toegangswegen tot de werf die als diagonalen dienen voor het perspectief. Zoals hieronder te zien is.

Die zijn er in een meer gestileerde en minder opvallende manier. Nu sluit het ene het andere niet uit, maar toch. Het opvallende diagonale in de opbouw is anders en de Toren neemt veel minder prominent de hele compositie in. De horizon ligt ook een beetje anders.

Waarom die nadruk op herkenbare compositie?

Veel schilders gebruikten een sjabloon. Dat is een papier met hun compositie waar op de lijnen gaatjes geprikt waren. Dat papier kleefden ze op het paneel boven de grondering. Want schilderen op hout deden de Vlaamse meesters niet. Ze schilderen op een laag kalk. Een gladde witte gepolijste laag. Met een doek met houtskool in klopten ze dan op het papier zodat een stippelpatroon verscheen op de grondering. Dat vormde dan de ondertekening om op te schilderen.

Van de zonen van Bruegel is geweten dat ze zo talrijke kopieën maakten naar het werk van hun vader. Wetenschappelijk onderzoek bracht die stippels aan het licht dankzij infraroodreflectografie (IRR). Veel kunstenaars deden het. Zo verdiende het atelier of de studio dan geld met serieproductie.

Dat is de reden waarom schetsen en sjablonen steeds binnen de familie bleven. Rubens bijvoorbeeld schreef in zijn testament dat alles mocht verkocht worden behalve zijn schetsboeken enzovoort. Die moesten naar de kinderen gaan en pas als geen enkele kunstschilder zou worden mochten ze de deur uit.

Dit paneel heeft dus een aparte compositie. En die afwijking zit in het antieke voorplan. Met zuil en tempel. Persoonlijk vind ik die zeer geslaagd.

Maar het kan ook wijzen op een samenwerking tussen schilders. Iets wat in de zestiende eeuw soms zelfs een verkoopargument was. Zo schilderde Gillis Mostaert de figuren en Hans Vredeman de Vries de decors. Cornelis Molenaer (Schele Neel) schilderde de achtergronden bij Gillis Coignet. Anderen zoals Grimmer, Lucas van Gassel … deden dit ook. Daarover bestaan zelfs sappige anekdotes. Zo zou Pieter Bruegel ooit een kakker geschilderd hebben op een muurschildering die een vriend en collega aan het maken was. Tot grote hilariteit bij de collega’s. De klant was trouwens ook ontzettend gecharmeerd en eiste dat de kakker op het schilderij bleef staan. Helaas zijn de meeste muurschilderingen uit de zestiende eeuw in Antwerpen verloren gegaan.

Karel Van Mander vertelt een andere versie in zijn leven van Hans Vredeman de Vries. Bruegel zou daar in een schilderij dat perspectief als onderwerp had een boer met vuil hemd getekend hebben die bezig is met een boerin. Dat bezig zijn mag u op de Bijbelse manier opvatten. De Vlaamse Vitrivius kon er niet mee lachen. De eigenaar daarentegen wel. Zowel de Friese schilder Hans Vredeman de Vries als Bruegel waren leerling van Pieter Coecke van Aelst.

Van Hendrick Van Cleve weten we ook dat hij de landschappen schilderde op andermans werk. Dit soort atelierpraktijk is lange tijd onderbelicht. Veel liefhebbers denken dan dat het een innovatie van Rubens is die voor dieren, landschappen enzovoort specialisten in huis had.

Ik heb natuurlijk enkel de foto’s. Maar technisch onderzoek zou wellicht meerdere handen aan het licht kunnen brengen. Kortom een zeer boeiende Toren van Babel. Met een intrigerende voorgrond. Met verschillende allegorieën in overigens.

De achterkant van dit paneel is geparketteerd. Dat zijn kunstgrepen om het werken van het hout tegen te sturen. Dit paneel is ooit uit elkaar beginnen gaan. De sporen zijn zeer duidelijk te zien op de foto.

Valt dit paneel te dateren? Natuurlijk bijvoorbeeld door dendrochronologisch onderzoek van het hout. Of door verfanalyses. Maar vooral door de stijl en thematiek. Dan praten we van de periode 1560 tot pakweg 1600.


Een reactie achterlaten