Boekbespreking: Hendrik Opdebeeck, Zingeving in economie. Een utopie? Kalmthout: Pelckmans Pro, 2016

Deze recensie verscheen eerder in februari 2018 in Civis Mundi.

Soms koop je een boek dat je niet snel uitgelezen krijgt. Hetzij omdat het vervelend is, hetzij omdat de schrijfstijl niet naar je smaak is. Een enkele keer komt het door iets geheel anders. Bij Zingeving in economie een utopie? is dit laatste het geval.[1] Na een zeer vermakelijk begin met citaten uit Utopia in een hedendaagse context volgen korte hoofdstukken die telkens in kleinere delen opgedeeld zijn. Hierin geeft Opdebeeck een overzicht van het denken over dystopische of utopische economische modellen. Het boek gaat over economie en ethiek. Om de haverklap voelt de lezer zich gedwongen om bepaalde aangehaalde bronnen te gaan nalezen of in zijn boekenkast te duiken. De stortvloed van denkers en systemen laat gewoon niet toe het boekje in één ruk uit te lezen, maar dat vormt ook de charme want de auteur is belezen en erudiet in de klassieke betekenis van het woord.

Uiteraard blijft de lezer met meer vragen zitten, want de auteur rijkt geen antwoorden aan. Wel werkt hij danig op de zenuwen, met gedweept over boeddhisme en irrelevante verwijzingen naar het klimaatdebat. Het steeds terugkerende bergstaatje Bhutan is wat dit betreft nog relevant aangezien het steeds over het concept van Bruto National Geluk handelt. Toch vormen de ergernissen hierover geen bezwaar om de kwaliteiten van het boek als reader in economische ethiek of ethische economie te waarderen.

Het besluit daarentegen is weinig bevredigend en mist een beetje inhoud of de Schwung van de brief waarmee het boekje opent. Thomas More die op de cover staat komt er helaas in de broodtekst mager vanaf, terwijl hij toch de haak blijkt waaraan het hele verhaal opgehangen werd. De spanning economie/ethiek en rationaliteit/redelijkheid komt echter door het boekje ruim aan bod en telkens vanuit andere historische perspectieven. Wat dit betreft mag het boekje vanuit educatief oogpunt een mooie gids zijn voor het lezen van een eclectisch œuvre gaande van Hobbes over Locke of Mandeville naar Rousseau, Smith, Levinas, Nussbaum of Achterhuis. Uit alles blijkt dat de auteur een begaafd causeur over filosofie, economie en ethiek moet zijn, maar op papier trapt hij in de val van het academisme.


[1] Hendrik Opdebeeck, Zingeving in economie. Een utopie? Kalmthout: Pelckmans Pro, 2016