Ruim een jaar geleden las ik Guns, Germs and Steel. a short history of everbody fort he last 13,000 years van Jared Diamond opnieuw voor een paper. Ondertussen had ik Collapse. How Societies Choose to Fail or Succeed en The Rise and Fall of the Third Chimpanzee gelezen. Toevallig ontspon zich kort daarna in mei 2022 een nogal felle discussie op Twitter met iemand die allerlei conclusies aan het boek koppelde. Een promoverende historicus van een Vlaamse universiteit: Gert Huskens van de UGent. Huskens is naar eigen zeggen geen fan van “popcorn-historici” met “grote algemene geschiedenissen van ‘de mensheid’”. Hij verweet Jared Diamond “apologetische” trekjes. Mijn eerste gedachte was: heeft ie dat boek wel gelezen? Dat heb je vaak bij een duidelijk ideologische framing van boeken die een iets ruimer publiek bereiken. Vooroordelen op basis van recensies of misbegrepen coverteksten.
Zo beweerde Huskens dat Diamond zou beweren “ja we hebben in Westen het klimatologische voordeel dus tja, kolonialisme was onvermijdelijke door die superieure regio”. Uitgever en historicus Karl Drabbe reageerde daarop: “Ik lees Diamond anders, als iemand die behalve schriftelijke bronnen milieu-, klimaat en andere biologische omstandigheden binnenbrengt in vaak bestofte geschiedenislesjes”. Huskens bleef op zijn standpunt: “de conclusies deugen niet”.
Huskens reageerde nogal gepikeerd op de suggestie dat ie het boek niet gelezen had. Maar hoe leg je anders uit dat Diamond “racistisch” zou zijn. Dat is niet wat hij schrijft. Hij is fundamenteel antiracistisch. Wie het gelezen heeft weet dat. Hij schrijft dat de oost-westas van Eurazië technologieoverdracht versnelde en de noord-zuidas van Afrika en Amerika met hun ecologische barrières die verhinderden.
Hij heeft het nergens over klimatologisch voordeel en gaat juist specifiek in op het probleem van middellandszeeklimaat elders in verband met onafhankelijke ontwikkeling. In Collapse gaat hij wel in op klimatologische nadelen. De historische vraag is immers of landbouwtechnieken zich onafhankelijk ontwikkelden of voortkwamen uit doorgave. Beide komen immers voor. Wel wijst hij op het voordeel van de zelfde lattitude (breedtegraad) bij overname domesticatie van planten en dieren.
Daarom misschien een korte uiteenzetting over het belang van dit boek als oogopener.
Daarbij is het situeren van de auteur een goed begin. Diamond ontving een Pulitzer-prijs voor Guns, Germs and Steel. Diamond begon als fysioloog. Hij onderzocht dus op celniveau, als bioloog. Al snel verschoof zijn aandacht naar de evolutionaire biologie, maar hij ontwikkelde ook interesse voor antropologie, geologie en geschiedenis. Een logische intellectuele reis voor wie zijn boeken las. Boeken die pas kwamen na een rijkgevulde carrière met veel empirisch onderzoek en veel eruditie.
In de ogen van veel historici blijft Diamond niettemin een buitenstaander. Nochtans komt uit elk boek van zijn hand boven drijven hoe goed hij zijn observaties kan koppelen aan andere disciplines. Hij verkent constant de raakvlakken en overlappen tussen al die disciplines. Tijdens zijn jarenlang onderzoek in Nieuw-Guinea keek hij verder dan de ornithologie en de ecologie die hem passioneren. Zo kwam het dat zijn vakgebied en ook zijn relevantie als auteur zich situeert in de ecologische geschiedenis.
De essentie van het boek is dat de hegemonie van de Euraziatische en Noord-Afrikaanse beschavingen niet zozeer te wijten zijn aan intellectuele of morele aspecten, maar aan geologische en geografische. Ook genetische voordelen (het racisme-perspectief) blijkt geen rol van betekenis te spelen. Beschaving is volgens Diamond niet zozeer een gevolg van inventiviteit, maar eerder van noodzaak en van kansen. Klimaat speelt daarbij een grote rol, maar ook de beschikbaarheid van variëteiten in de plantenwereld die geschikt zijn om een landbouwoverschot op te bouwen.
Vlotte communicatie (doorgave of uitwisseling) in de betekenis van weinig geografische of ecologische beperkingen om zogenaamde food crops en praktijken te verspreiden speelt eveneens een enorme rol. Dat laatste is natuurlijk ook een gemakkelijke weg om ziektekiemen en ongedierte te verspreiden. Ziektekiemen die na verloop van tijd voor immuniteit zorgen bij mensen, dieren en planten. Naarmate de bevolkingsdichtheid toenam, kwam dat laatste zelfs altijd in een stroomversnelling.
Diamond geeft een mooi overzicht van de verspreiding van de mens en de evolutie van jager-verzamelaars naar landbouwers en vervolgens veroveraars. Die laatsten brachten naast ziektes en superieure wapens ook gewassen mee. Zijn meerwaarde is zeker dat hij dit voor alle continenten doet.
Beschavingen die tegen die logische evolutie probeerden in te gaan zoals China op een bepaald moment, werden gewoon uit de geschiedenis geconcurreerd.
Op vele vlakken sluit Diamond aan bij het werk van Fernand Braudel. Toegegeven dit verband zegt misschien meer over de gretigheid waarmee deze lezer als 18-jarige de drie delen van Beschaving, Economie en Kapitalisme (15de-18de eeuw) las. Diamonds recentere boek Collapse, was misschien daarom een ontgoocheling.
De titel met vuurwapens, ziektekiemen en staal wekt misschien de verkeerde conclusies op bij wie het boek niet las. Interessanter zijn qua biologie de evolutionaire weetjes waarmee Diamond zijn argumenten ondersteunt. Bijvoorbeeld over granen. Normale wilde planten ‘schieten’ hun zaad in het rond. Bij de veredelde graansoorten is dit niet (meer) het geval. Daarvoor zijn goede redenen. Mocht dat gebeuren dan verliest de boer veel van zijn oogst. Het noopt de boer echter wel tot het bewaren van een deel van de oogst om die te zaaien. Op een akker waar een graansoort groeide, groeit immers niet automatische terug graan omdat het zaad in de korenharen vast zat bij het oogsten.
Een tweede voorbeeld zijn fruitbomen. Al snel verspreidde de kweek van appelen en peren zich vanuit China. De kweek van een fruitboom duurt lang alvorens hij vruchten draagt. En elke vrucht is anders (door de bestuiving en dus geslachtelijke voortplanting). Een boom met lekkere dikke voedzame appelen levert via het planten van pitjes zelden dezelfde appelen op. Daarom ontstond al snel de techniek van het enten. Een techniek die zeer snel westwaarts ging vanuit China. Gevolgd door dezelfde methodes bij peren, pruimen, perziken, abrikozen enzovoort.
De verspreiding van voedingsgewassen in de precolumbiaanse Amerika’s kende dit veel minder door geografische of ecologische beperkingen. Bovendien bleken minder inheemse gewassen geschikt voor teelt en veredeling. Idem in Afrika onder de Sahel. Hoe minder landbouwoverschot hoe moeilijker de bevolkingstoename, hoe moeilijker om beschavingen op te bouwen. Bij ecologische of klimatologische veranderingen stort de beschaving ineen.
Tel daarbij dat communicatie van landbouwtechnologie op dezelfde breedtegraad eenvoudiger is. Want het is klimatologisch minder ingrijpend dan langs de lengtegraad waar elke graad ook graden temporatuurstijging of -daling betekent. Des te geïsoleerder een beschaving op geografisch/ecologisch gebied des te gevoeliger ze voor ziektekiemen is, maar ook des te kwetsbaarder voor wapens en andere technologie. De vuurwapens en het staal van het kolonialisme.
Het boek is daarom geen aanklacht, noch een goedpraten van kolonialisme, maar een verklaringsmodel. Een historische verklaring die steekhoudt en intellectueel zeer interessant blijkt. Na al die jaren zeker het lezen waard.
De Nederlandse vertaling Zwaarden, paarden en ziektekiemen. De ongelijkheid in de wereld verklaard is nog te koop bij Boeken.café.
Diamond, Jared (2005). Guns, Germs and Steel. Londen, Vintage
ISBN: 9780099302780
Pagina’s: 480
Bibliografie:
Diamond, Jared (2005). Collapse. How Societies Choose to Fall or Succeed, Londen, Viking
Diamond, Jared (1992). The Rise and Fall of the Third Chimpanzee, Londen, Vintage
Een reactie achterlaten
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.