Poging van Engie om inkomstenverdeling van de elektriciteitsfactuur uit te leggen op hun website.

Het sociaal tarief voor aardgas en elektriciteit vormt tijdens de energiecrisis een reddingsboei voor tal van gezinnen. Vooral voor personen met een leefloon of uitkering, maar ook voor bejaarden met heel lage pensioenen. Niet de overheid betaalt dat maar u betaalt dat via de federale bijdrage op uw energiefactuur. Wat zal u dat kosten in 2024? Meer dan een half miljard euro.

Laten we eerst even uitleggen hoe het werkt. Het sociaal tarief bestaat voor wat in politiek jargon heet de ‘beschermde klanten’. Huishoudens in armoede of met een speciaal statuut. Dit is een solidariteitssysteem. Alle andere energieverbruikers betalen immers mee. Want de energieleveranciers krijgen het verschil tussen dat sociaal tarief en hun normale tarief betaald uit een federaal fonds.

Volgens de federale energieregulator CREG is het sociaal tarief het laagste commerciële tarief op de markt. De energieleveranciers lopen in theorie dus veel omzet en winst mis. Een fonds betaalt dat met heffingen die diezelfde energieleveranciers bij de verbruikers innen.

Iedere gewone energieconsument kan zijn bijdrage voor het sociaal tarief terugvinden op zijn energiefacturen. Het is één van de weinige zichtbare heffingen op een energiefactuur die voor bijna de helft een tweede belastingbrief is. De zichtbare belastingen (btw, federale bijdrage, energiebijdrage en bijdrage energiefonds) zijn goed voor 19 procent van de elektriciteitsfactuur. De post ‘beschermde klanten’ is goed voor de helft van die federale bijdrage. In 2023 was dat dus 6 euro van de 12 euro federale bijdrage voor elektriciteit.

De verdoken belastingen zijn zelfs nog hoger, namelijk 26 procent. Dat zijn de zogenaamde openbaredienstverplichtingen (ODV’s) en toeslagen van Elia voor windmolens, de Vlaamse WKK enzovoort. Bij de elektriciteitsfactuur vormt elektriciteit amper 32 procent van het totaal.

Bij aardgas bedragen de heffingen (waaronder de federale bijdrage) ongeveer 4 procent en de btw 17 procent. Meer dan een vijfde van de aardgasfactuur zijn dus belastingen. Om te zwijgen van de 16 procent netkosten. Het verbruikte gas zelf is goed voor 63 procent.

Maandag 15 juli verscheen in het Belgisch Staatsblad een kort Koninklijk Besluit van minister voor Energie Tinne Van der Straeten (Groen). Daarin stond de ‘vaststelling van de bedragen voor 2024 van de fondsen die bestemd zijn voor de financiering van de werkelijke kostprijs ingevolge de toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan beschermde afnemers’. De factuur dus van het sociaal tarief in 2024.

Dit bedrag is een raming gemaakt door de federale energiewaakhond, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG). Die CREG publiceert elk kwartaal de sociale maximumprijzen. Recent op 7 juni nog voor aardgas. Ook dat staat telkens in het Staatsblad. De sociale maximumprijs (exclusief btw en andere taksen) voor de levering van aardgas voor de periode vanaf 1 juli 2024 tot en met 30 september 2024 bedraagt bijvoorbeeld 0,04205 €/kWh. De netwerktarieven (vervoer en/of distributie) zijn inbegrepen.

Hoeveel is nu die totale factuur voor het sociaal tarief? Het bedrag dat nodig is om te kunnen voorzien in de financiering van het sociaal tarief voor elektriciteit in 2024 is liefst 210.800.000 euro. 210 miljoen euro. In 2023 was dit nog 242 miljoen euro. Maar in 2022 bedroeg dit slechts 14,6 miljoen euro. Dat grote verschil is hoofdzakelijk toe te schrijven aan drie zaken. Ten eerste nam het aantal mensen in energiearmoede toe, ten tweede stegen ook de energieprijzen, en ten derde – en nog veel belangrijker – was er de beslissing van de Vivaldi-regering om meer mensen de status van beschermde klant toe te kennen. Die maatregel kreeg de naam ‘uitgebreid sociaal tarief’.

Het bedrag voor de levering van aardgas aan beschermde klanten is 340.700.000 euro. 340 miljoen euro. Eveneens aanzienlijk minder dan in 2023 toen dit 429 miljoen euro bedroeg. Maar ook hier een veelvoud van het bedrag in 2022, namelijk 71 miljoen euro. Omwille van de hoger reeds genoemde redenen.

Het is niettemin opmerkelijk dat de bedragen nog steeds zo hoog zijn. Want vanaf 1 juli 2023 verloren 400.000 gezinnen hun recht op het ‘uitgebreid’ sociaal tarief. Dat maakt dat nog steeds 600.000 huishoudens recht hebben op het klassieke sociaal tarief. In 2013 bedroeg dat aantal nog 392.000.

Voor gas en elektriciteit samen kost dat sociaal tarief meer dan een half miljard. Te betalen dus door de verbruikers die zelf niet in aanmerking komen voor het sociaal tarief.

Vindt u deze tekst interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 


Een reactie achterlaten