De val van Icarus

Foto van het in juli 2023 geveilde schilderij.

De Val van Icarus is één van de boeiendste onderwerpen in de Vlaamse schilderkunst van de zestiende eeuw. Iedereen kent allicht het zeer lang ten onrechte aan Pieter Bruegel (de Oude) toegeschreven paneel in het KMSKB. Daarvan is een tweede exemplaar in een Brusselse collectie. Het zou het enige mythologische onderwerp van Bruegel geweest zijn en dat zou toch al wat alarmbellen hebben moeten laten afgaan. Die verwarring is te danken aan een prent naar Bruegel waar de Val van Icarus afgebeeld werd.

prent naar Bruegel gesneden door Frans Hogenberg.

Net als de prent ‘Kermis van Hoboken‘ graveerde Frans Hogenberg die naar een ontwerp van Pieter Bruegel. Die kermis was eigenlijk een politieke prent over de politieke oorlog rond de bieraccijns in Antwerpen én over de Antwerpenaren die taxfree gingen drinken in de heerlijkheid Hoboken. De kans is groot dat ook de Val van Icarus niet zonder politieke boodschap was, maar dat blijft gissen.

De vlag van de Habsburgse dynastie in de mast en vooral de wereldbol met kruis (een rijksappel?) op de boegspriet laten nochtans weinig aan de verbeelding over. Het schip (een karveel) op de twee schilderijen zorgde voor die toeschrijving aan Bruegel dankzij die prent.

Maar de belangrijkste reden van die toeschrijving was een prent van de Val van Icarus door Joris Hoefnagel uit 1583 (dus een generatie na de dood van Bruegel). Daarin staat in het bijschrift ‘Petrus Bruegel fec:’ Pieter Bruegel maakte. Met datum 1583 te Rome. Dat laatste slaat op Hoefnagels versie met keizerlijk privilegie. Dat was dus met privilegie van de kunstverzamelaar Keizer Rudolf II van het Heilig Roomse Rijk. Al zijn de vele Bruegels in de Weense collectie vooral het werk van diens broer Ernst. De collectie schilderijen door Bruegel, Baltens en tijdgenoten is diens verdienste. In mindere mate ook van een andere broer, namelijk Matthias, de latere keizer en opvolger van ‘zotte’ Rudolf. Trouwens drie van Rudolfs broers waren landvoogd van de Nederlanden. De derde was Albrecht (die van Isabella).

De val van Icarus door Joris Hoefnagel.

Maar daarover gaat het hier niet. Het gaat hier over een ander paneel dat vorig jaar op een Franse veiling opdook. Weer eentje dat ik helaas niet kon kopen. Een bijzonder paneel, maar met wat beschadigingen. Het paneel lijkt ook een aangepast formaat te hebben omdat niet alle vier de kanten afgeschuind zijn om te monteren in een kader. Let ook op de amateuristische parquettering en de zwaluwstaarten.

De achterkant van het bewuste paneel.

De Vlaamse culturele elite van de zestiende eeuw was dol op Ovidius en dat vertaalde zich in tal van schilderijen waar mythes uit de Metamorfosen verwerkt werden. Plus ontelbare prentenreeksen waaronder die van Crispijn de Passe I de bekendste zijn.

De boer hij ploegde voort

Het thema van de boer die voortploegde zoals in de twee uitzonderlijke Brusselse panelen die verkeerdelijk aan Bruegel toegeschreven werden, komt ook hier aan bod. Dat thema gebruikte ook de Antwerpse schilder Joos De Momper (1565-1635) in enkele schilderijen. De Momper is een genreschilder die in het begin van zijn carrière veel invloeden onderging van Bruegel en Lodewijk Toeput. Bruegels zoon Jan schilderde zelfs de figuren op een aantal van zijn werken. Alleen moeten we heel voorzichtig zijn met die invloed van Bruegel. Wie goed kijkt, zal merken dat De Mompers verschillende versies van de Toren van Babel vooral Hendrik van Cleve navolgen.

Trouwens ook Hans Bol schilderde een Val van Icarus met boeren, maar die keken naar de val van Icarus.

Veel interessanter hier is één van meerdere prenten die Jan Sadeler I in Antwerpen en na de val van Antwerpen in Duitsland en Italië uitgaf. De nog in Antwerpen uitgegeven prent is van tussen 1579 en 1585. Deze is naar ontwerp van de Antwerpse katholieke schilder Gillis Mostaert. Vriend en generatiegenoot van Pieter Bruegel en Peeter Baltens. En vooral vriend van de schoonmoeder van Bruegel die diens kinderen Jan en Pieter opleidde. Mayken Verhulst was de dochter van kunstschilder Pieter Verhulst, de weduwe van hofschilder en uomo universale Pieter Coecke van Aelst én zelf een zeer gewaardeerde schilder. Dat laatste weten we onder andere dankzij Lodovico Guicciardini die dat in 1567 schreef.

De prent van Jan Sadeler naar Gillis Mostaert.

Wat opvalt aan het hier besproken schilderij is dat de compositie afwijkt van die van Bruegel, Bol, De Momper en Mostaert. De onbekende schilder combineerde echter dezelfde elementen die we bij de anderen zien: Daedalus en Icarus, de boer die voortploegde, een herder met een kudde schapen, een havenstad, een burcht of kasteel (wat allicht het paleis met doolhof moet voorstellen), schepen in een haven, de zon, enkele mensen in een veld en toeschouwers met rug naar de kijker op het voorplan (helaas een deel door een plakband losgekomen van de gesso onderlaag).

De verf lijkt van het schilderij getrokken met plakband. Waren deze personages origineel?

De verhoudingen van de mensen kloppen niet helemaal. De vraag is maar of de twee nu witte personages op de voorgrond origineel waren. De compositie laat vermoeden van wel. Zo’n klein groepje linksonderaan zien we trouwens ook bij verschillende schilderijen over de Bijbelse Toren van Babel.

Het schilderij is heel vuil. De zee is nauwelijks te onderscheiden. De schepen zijn bijna onzichtbaar.

De zee is nauwelijks zichtbaar omdat het schilderij zo vuil is.

Toch is het een prachtig schilderij. Het landschap bevat alles wat in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw mooi werd gevonden. Een Italianiserende veduta. Een prachtig bos met fraai bladerdak. Een spel met voorgronden, achtergronden enzovoort. De fameuze ‘plans‘. Wat dat betreft is hier zeker sprake van zeer grote beïnvloeding door Lodewijk Toeput, Il Pozzoserrato.

Dit schilderij van een anonieme Vlaamse (Antwerpse) meester is meer dan een genreschilderij. Het is meer dan een mythologische voorstelling. Er zit een duidelijke maatschappelijke boodschap in. Over hoogmoed, maar ook over onverschilligheid. Dat laatste is de toevoeging van de Nederlanders in de zestiende eeuw. Dramatische gebeurtenissen die een deel van de mensen compleet onverschillig laten. Gebeurtenissen die het gevolg waren van een koning. Koning Minos. Die overigens een dochter had die niet wreed was. De impliciete verwijzing naar Ariadne zou hier kunnen verwijzen naar Isabella Clara Eugenia (maar dat hangt van de datering af mocht het van na 1611 blijken, wat ik trouwens betwijfel).

Wie Minos ziet als Philips II kijkt plots helemaal anders naar zo’n Val van Icarus.