Bullshit jobs door David Graeber is niet het best geschreven boek over het onderwerp. Het is ook niet het helderste. Net zomin werkt het een theorie uit die filosofisch echt voortreffelijk blijkt. Toch is het omwille van de titel en de rudimentaire theorie een memorabel boek.

David Graeber is een antropoloog. Nu heb ik al sedert mijn tienerjaren een fascinatie voor antropologen. Dat kwam toen door artikels in EOS en Het Beste. Ik denk dat enkele reportages op BBC 2 misschien ook een rol speelden. Graeber schreef het boek als uitwerking van een zeer succesvol essay. Later verscheen Het begin van Alles geschreven met archeoloog David Wengrow, maar dat kon toch niet zo beklijven.

Zijn stelling is dat betekenisloos werk slecht is. Slecht voor de mensen, slecht voor de economie en slecht voor de maatschappij. Zowat de helft van alle maatschappelijk werk is nutteloos, betekenisloos. Onzin met andere woorden. Kortom het blijkt eigenlijk bezigheidstherapie. Iedereen speelt mee in één grote komedie waarbij werknemers pretenderen nuttig of zinvol werk te doen. Een leugen die ze overigens vaak zelf geloven.

Graeber ziet vergadertijgers en specialisten zoals bedrijfsjuristen, managers public relations of human resources vergaderen over nutteloze vergaderingen. Hij ziet hondenuitlaters…

In zijn inleiding stelt ie zich de vraag wat dat met het mentale welzijn van de mensen in de onzinbanen doet.

Na een beschrijving wat onzinbanen zijn geeft Graeber een opdeling in categorieën. De eerste groep, de wachters zijn de vazallen van de machtigen die hen een gevoel van belangrijkheid moeten geven zoals bijvoorbeeld receptionistes. Egostrelende jobs dus vooral, waaronder ook veel secretaressen vallen. Daar ben ik het compleet mee oneens. Een echte goede ‘personal assistant’ is geen onzinjob. En dat is een manco aan het boek. Sommige keuzes van onzinbanen lijken vooral sentimenteel en niet rationeel. Dat irriteert, dat ergert als lezer.

Toch valt iets te zeggen voor die segmentering. De andere categorieën zijn de bullebakken, oplapwerkers, afvinkers en opzichters.

Met de bullebakken heb ik als journalist de hele dag te doen. Dat zijn de figuren die anderen moeten beïnvloeden in het voordeel van hun baas. PR-mevrouwen, lobbyisten, bedrijfsjuristen, telemarketeers enzovoort.

De oplapwerkers zijn de jobs om slecht functionerende werkgevers de indruk te laten wekken dat het ze een moer kan schelen wat de klant vindt. De helpdesks, de klachtendiensten, de verloren voorwerpen…

De afvinkers vind ik persoonlijk de ergste of vervelendste groep die Graeber onderscheidt. Dat zijn de bureaucraten die andere bureaucraten controleren. De ‘compliance’ figuren die allerhande vakjes afvinken. De regelneven en hun lakeien als het ware.

De laatste groep zijn de opzichters, al zou ik ze eerder de zetbazen noemen. Dat zijn de extra hiërarchische lagen die op hun beurt onzinbanen scheppen. Middle management zoals dat netjes heet. Een mens moet bij die groep onweerstaanbaar meteen denken aan de banken, de verzekeringen, BPost of de NMBS.

Eigenlijk zegt Graeber niet meer of niet minder dat heel veel banen bij de overheid, maar vooral ook bij de private sectoren een vorm van oplichterij zijn. En hij geeft daar ook een verklaring voor. Die verklaring is dat de dienstensector enorm toenam ten opzichte van de nuttige sectoren zoals landbouw en industrie. Graeber raakt hier aan wat Ludwig von Mises bijna een eeuw geleden beschreef in Bureaucracy, maar Graeber is een linkse auteur en haalt zijn mosterd elders. Dat laatste maakt het daarom niet minder interessant.

Zowel zijn analyse als zijn oplossing voor het probleem is gebaseerd op de econoom John Maynard Keynes. Als de productiviteit en technologie het toelaat moet je gewoon al die mensen een basisinkomen geven. Veel interessanter dan ze onzinbanen te laten doen waar ze psychologisch onder lijden.

De typeringen en de contexten die Graeber beschrijft zijn ontzettend boeiend. Ze illustreren perfect dat de bureaucratie, want daar gaat het in dit boek uiteindelijk over, maar één doel heeft. De bureaucratie heeft als doel het voortbestaan van de bureaucratie te verzekeren.

Graeber, David (2018). Bullshit Jobs. Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden. Amsterdam: Business Contact

pagina’s: 336

ISBN: 9789047011767

Het boek kostte 24,99 euro toen ik het kocht, maar nu is het voor 19,99 euro te koop bij Boeken.cafe.


Een reactie achterlaten