Maandag 27 november is op BBC2 het eerste deel van een driedelige documentaire over Julius Caesar te zien. Met de draak van een film Napoleon in de bioscoop woedt een discussie op sociale media over hoe correct biopics zijn en hoe correct biografieën zijn van grote historische figuren in het algemeen.
Na het docudrama Queen Cleopatra op Netflix dit jaar lijkt geschiedenis steeds meer iets voor revisionisten. Voor feelgood-tv voor verongelijkten en zich achtergesteld wanende minderheden. Terwijl we begin jaren 1990 nog meewarig lachten met Black Athena, wordt dit allemaal met veel aplomb aanvaard en opgelepeld aan kijkers. Zelfs een tamelijk goede reeks zoals Domina (op VRTMAX) ontkomt niet aan gender en rassentheorie.
Wat is het beste boek over Julius Caesar? Het is een eenvoudige vraag. Alvorens die vraag te beantwoorden – en jawel ik heb die pretentie – kijk ik altijd naar de Ngrams van Google Books. Wat zien we daar? Dat het onderwerp Julius Caesar en Jules César in de negentiende eeuw haar hoogtepunt kende in alle boeken die Google Books digitaliseerde of uitgevers hebben opgeladen.
Of dacht u dat het ‘consulat’ en het ‘empire’ toeval waren? De empirestijl, de introductie van la République na de Franse Revolutie waren uitingen van een leescultuur en een schoolcultuur (met dank aan de jezuïeten zoals we dankzij de Franse socioloog Emile Durkheim weten). Voor de fans geef ik een linkje naar een stukje van Alexander González García daarover. Mijn eigen kijk daarop vindt u in een essay over cultureel en sociaal kapitaal dat ik jaren geleden voor Jan Dumolyn schreef.
Wat is het beste boek over Caesar? Ik heb er meerdere gelezen. Te beginnen uiteraard met Suetonius en andere klassieke auteurs. Daarover hier niets. Op mijn essay over de Twaalf Keizers moet u nog even wachten tot na mijn doctoraat. Dat gaat uiteraard over de verloren prentenreeks van Peeters Baltens.
Hoewel ik Rubicon van Tom Holland erg goed vond, is Caesar door Adrian Goldsworthy zondermeer de beste biografie over Caesar die ik al las. Ik heb het daarom even uit de boekenkast gehaald en nog eens gegruwd van het craquelé op de rug en de grijze leessporen op de snee van het papier. Het is dan ook een dikke turf van 640 pagina’s. Ik heb die uitgelezen met de vaart van een thriller. De Nederlandse vertaling dateert van 2007. De oorspronkelijke versie verscheen in 2006 bij Yale University Press als Caesar, Life of a Colossus. Het is het enige boek van Goldsworthy dat ik niet in originele versie las.
Goldsworthy is een PhD in de Literae Humaniores. Hij was docent aan de Londense katholieke universiteit Notre Dame. Hij groeide uit tot één van de beste historiografen van de Romeinse beschaving. Onlangs las ik zijn Pax Romana na het lezen van een boek met dezelfde titel van Tom Holland. Dat laatste boek besprak ik al op Doorbraak. Het andere zal hier later nog wel eens aan bod komen.
Goldsworthy beschrijft de 65 jaar van het leven van Gaius Julius Caesar. Het is een onwaarschijnlijk leven dat aaneenhangt van bijzondere incidenten, rare wendingen en gedurfde gokken van het hoofdpersonage. Een personage dat in een speelfilm misschien ongeloofwaardig zou zijn. Hij speelde vele rollen gaande van politieke vluchteling, gijzelaar, opkomende politicus, advocaat voor verloren zaken, priester, legerleider, rebel, minnaar en echtbreker.
Markant in dat verhaal is enerzijds zijn onverzettelijkheid (wat ie gemeen had met Napoleon Bonaparte) en vergevingsgezindheid naar zijn politieke opponent. Dat laatste is iets wat Goldsworthy bijzonder goed in de verf zet. De manier waarop hij tegenstanders steeds terug aan de borst drukte is tekenend. Of het te maken heeft met zijn eigen ervaring met Sulla en de proscripties is voer voor psychologen. Zelfs één van de onaangenaamste en onbetrouwbaarste figuren zoals Brutus (laat u niet bedriegen door Shakespeare, Brutus was egoïstisch uitschot) kreeg keer op keer genade.
Goldsworthy blinkt vooral uit in de passages waar ie de carrière van Caesar stap voor stap beschrijft. Hij legt ook de rancune van zijn tegenstanders voortreffelijk uit. Eén voorbeeld is Lucius Domitius Ahenobarbus van de gens Domitia. Die familie leverde later één van slechtste karakters op in de Twaalf Keizers van Suetonius met keizer Nero (zelf lid van de Julisch-Claudische dynastie genoemd naar Julius Caesar).
De sterkte van de biografie is dat ze niet oeverloos psychologiseert over de drijfveren van Caesar. Al is Goldsworthy zeer droog over de eeuwige geldnood van Caesar. Zijn plannen voor Illirium die hij uiteindelijk inruilde voor Gallië kwamen aanvankelijk voort uit zijn schulden in Rome.
De sterkte van het boek is dat het voor de leek geschreven is, maar ook voor de academicus dankzij het voetnotenapparaat enzovoort zeer nuttig blijkt.
Omdat de bronnen elkaar vaak tegenspreken is Goldsworthy dikwijls een nuchtere scheidsrechter zonder door een verliefdheid op zijn onderwerp te vervallen in adoratie. Goedpraten doet ie nooit. Caesar was gewiekst, sluw, intelligent, ijdel… Een gokker dikwijls (alea iacta est), maar gedreven door een ideaalbeeld en een programma. Met zichzelf in de hoofdrol welteverstaan. Meer dan een mythe, blijkt hij in deze biografie ook een man met ambities en twijfels. Nochtans weten we niet zoveel over zijn privéleven.
Was hij homoseksueel? In het begin van zijn publieke carrière zou hij de geliefde van de koning van Bythinië geweest zijn. Zijn politieke tegenstanders staken daar de draak mee. Zelfs zijn eigen legionairs zongen er liedjes over. Caesar lachte ermee. Ondertussen was hij een vrouwenloper, bij voorkeur gehuwde matrones uit de Romeinse hogere klasse. Of stak het allemaal zo nauw niet en moeten we niet met normen en waarden van veel later naar die geruchten (want dat zijn het) kijken?
Was Caesar gelovig? Die vraag stellen ze over Napoleon ook. Feit is dat beiden belang hechtten aan de rol van religie in hun maatschappij. Wanneer Caesar zijn vrouw verstootte deed ie dat omdat het als priester in het Romeinse bestel waar alles religieus was, onaanvaardbaar was. Of was het omdat hij in zijn mannelijkheid geraakt was. Goldsworthy ziet het als een communicatieve zet als priester met een belangrijke politieke en maatschappelijke rol, meer dan een machistische reactie.
Als lezer is zoiets belangrijk om het zowel door het perspectief van de late Republiek te zien als door ons hedendaags perspectief. Dat is waar Goldsworthy zo ontzettend goed in is.
Laat dat de conclusie zijn waarom dit de beste biografie van Caesar is in onze generatie. De context in Rome en onze omgang met die feiten en geschiedkundige geruchten krijg je als lezer mee. Iets wat zeldzaam is in tijden waar Cleopatra’s in tv-docudrama’s door vrouwen van Afrikaanse origine gespeeld worden om te beantwoorden aan een politiek correct discours.
Goldsworthy, Adrian (2007): Caesar. Amsterdam, Anthos
ISBN: 9789022321560
Nog altijd te koop bij Boeken.café
Een reactie achterlaten
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.