Wie opgroeide in de jaren 1970 kent ze allicht. De diertjes van de Britse speelgoedfabriek Britains Ltd. Dat zijn in kunststof gegoten diertjes die handgeschilderd werden. De kwaliteit en het detail zijn verbluffend.
Ik was als kind dol op die speelgoedjes. Al kan je jezelf afvragen of het werkelijk speelgoed was? Bij speelgoedwinkel Cortvriendt in de Diepestraat hadden ze een speciale toog enkel voor de diertjes. Een houten toog met allemaal vakjes waar die diertjes in stonden. Op een deel van de toog lag een glas. De mooie grote dieren veilig opgeborgen voor grijpgrage vieze kinderhandjes.
Met mijn grootmoeders of mama mocht ik dan een diertje uitkiezen van een bepaald formaat. Want je had verschillende groottes qua schaal (gauge). Verderop had je een rek van Matchbox met kleine blauwe kartonnen doosjes met een autootje in. Die had ik ook veel. Mijn broer en ik hadden zelfs elk een speciale koffer van Matchbox om ze netjes op te ruimen.
Later, zo rond de tijd dat ik naar de lagere school ging, kwam in de speelgoedwinkel een rek met Playmobil en één met Action Man (beide kwamen pas op de markt in België rond 1976). Op de toog stond een glazen visbokaal met smurfenfiguurtjes in. In een prachtige display stonden bouwwerkjes in LEGO.
Maar als kleuter ging mijn voorkeur uit naar dieren van Britains. Dermate dat mijn Bon moest vaststellen dat ik geen biefstuk wou eten. Want dat was van een ‘lief koetje’. Mijn mama legde haar schoonmoeder dan uit dat ze die miserie ook al had meegemaakt en het volstond op mijn vraag van welk beest het was te zeggen dat het vlees van een vies lelijk beest was. Dan at ik alles netjes op.
Ze zien er wat verweerd uit en hier en daar ontbreekt een hoorn of een staart. En we hadden er heel veel want ik ben de oudste van zes kinderen. Iedereen speelde met alle speelgoed. Wat betekende dat de vingers van Action Man al eens afgebeten werden of in lego-blokjes tandafdrukken stonden. Om de kleine spulletjes uit het bereik van de kleintjes te houden had ieder een groene gereedschapskoffer om bepaalde dingen in te sorteren. De rest ging in grote plastic stapelbakken. Eén voor lego, één voor Playmobil enzovoort. Twee van die stapelbakken heb ik nog steeds. Onverwoestbaar daar moet je tegenwoordig bij Action en dergelijk niet op hopen.
In de lagere school speelde ik veel met soldaatjes van een ander Brits merk. Airfix. Ook kleine kunstwerkjes. De Australische infanterie waren mijn favorieten. Daarna de Britse desert rats. Want mijn ene grootvader had in de Tweede Wereldoorlog in het Britse leger gediend en zo’n ‘soepbord’ op zijn hoofd gedragen. En uiteraard hun tegenstanders het Afrika Korps had ik ook. Later aangevuld met blauwbloezen, Duitsers met punthelmen en vlammenspuwers enzovoort. Die soldaatjes waren voorbeelden van de steeds betere injection moulding technieken.
Hun enige nadeel was dat ze slecht bleven staan op tapijt. Dus stonden de tafel of de salontafel altijd vol wat rond etenstijd of slapenstijd voor hoog oplopende discussies zorgde.
De laatste dozen die ik kreeg waren echte mini-soldaatjes van minder dan 2 cm groot. Maar toen ging mijn interesse naar wielrennertjes, Action Man, Playmobil en Subbuteo (met een heel voetbalstadion met lichtpylonen en al).
Britains Ltd bestaat niet meer. De merknaam is wel nog doorverkocht. Ik heb proberen uitvissen wie de ontwerper was van die realistische diertjes. Dat vond ik helaas nergens. De bedrijfsleider Dennis Britain hield er in 1984 mee op. Het bedrijf zelf dateerde van 1893. Die meneer was dus de zoveelste generatie. De plastic diertjes dateerden meestal van 1971 of 1972. Dat staat meestal ook op hun buik. In 1966 was Britains Ltd met plastic soldaatjes en landbouwspeelgoed begonnen. Al bleven ze die hele tijd ook gegoten metalen figuurtjes maken.
Midden jaren 1970 verplaatste het bedrijf de productie naar Hong Kong (toen nog Brits). De kwaliteit en het soort kunststof werd meteen een pak minder. De details ook. De ontwerpen werden ook schaamteloos nagemaakt door producenten in Hong Kong en later China.
Een groot deel van de diertjes zijn ondertussen in de familie verspreid. Een aantal heb ik jaren op mijn boekenkast laten staan. Een deel zat in een doosje dat mama me voor ze achteruitging gaf. Ze bleek mijn complete kasteel van Lego, het hospitaal van Lego en de brandweerwagen van Lego die ik ooit won als klein kind (met een foto van een bouwwerkje van me dat ze aan Lego opstuurde) netjes met plannetje bijgehouden te hebben. Elk zat in een oude doos van voetbalschoenen.
De diertjes leverden ook anekdotes op. De vermakelijkste gaat over mijn tweede jongste broer (ondertussen zelf vader van vijf). Hij is negen jaar jonger en was ook een enorme fan van de diertjes. Hij speelde daar veel mee en zoals elk kind had hij zijn favoriete dieren. De drie krokodillen die konden bijten waren daar nooit bij. Het was immers een hele grote Tupperware-doos vol. Toen hij twee jaar oud was ging hij de eerste keer mee naar de Zoo. Hij moest en zou de ‘olifantjes’ zien. Nu hadden we enkel het baby-olifantje en dat kon zijn hoofdje draaien, maar was wel veel kleiner dan de meeste andere diertjes.
Hij holde steeds voor iedereen uit. Hij wou de olifantjes zien. Mijn oudste broer en ik moesten de hele tijd achter hem aan hollen, terwijl mama met mijn jongste broertje in de buggy met mijn zussen achterna kwam op hun tempo. Toen hij de twee Antwerpse olifanten zag, draaide hij onmiddellijk om en zei ‘kom we zijn hier weg’. Mama had het allemaal gezien en lag in een deuk. Zij had meteen begrepen wat er aan de hand was. Tweejarigen hebben geen idee van schaal.
Op de rug van sommige boerderijdieren zie je de naad van de gietmallen. Die is niet altijd even netjes weggewerkt. Verder is de kwaliteit en het detail verbluffend.
Tegenwoordig maken ze blijkbaar dit soort speelgoed niet meer. Of het is zo duur dat het misschien enkel in gespecialiseerde winkels voor modelbouw of zo te krijgen is. Zeg nu zelf een matrijs maken in zoveel detail. Dan de kunststof gieten en vervolgens met de hand de naden verwijderen en daarna nog met de hand schilderen. Het klinkt niet meer uit deze tijd. In de jaren 1970 kon het nog en op best grote schaal.
Zelf vind ik de diertjes van Britains Ltd een prachtig voorbeeld van erfgoed. En ook een beetje beeldhouwkunst. Daarom staan ze op de boekenkast voor boeken. En als grijpgrage kinderhandjes er mee willen spelen dan is dat geen bezwaar want ze lijken wel onverwoestbaar.