Op een Spaanse veiling met de meest krankzinnige toeschrijvingen en schattingen is dit olieverf op doek te koop. Een hyperrestauratie met verdoekingen afgaande op de foto’s. Ook hier weer compleet onterecht toegeschreven aan Maerten De Vos. Maar wel een fraaie allegorie weer uit de Antwerpse schildersschool. En een goed excuus voor enkele bespiegelingen.

Eerst even over het object. De kader heeft last van houtworm. Memel zoals ze in Vlaanderen zeggen. De afmetingen zijn 175 x 218 cm. Met kader 190 x 232 cm.

Het verdoekte werk.

De voorstelling op het schilderij is de Caritas Romana of de Romeinse liefdadigheid. Dat is een legende over vader Cimon en dochter Pero. Het verhaal komt uit Facta et dicta memorabilia van Valerius Maximus. Een Romeinse tekst uit de eerste eeuw.

Het verhaaltje gaat over de tot de hongerdood veroordeelde Cimon. Zijn dochter Pero bezoekt hem dagelijks. Ze voedt hem door de oude man de borst te geven. De cipier krijgt argwaan en bespiedt hen. Als de cipier hen verklikt aan de rechters dan hebben die zoveel bewondering voor de kinderliefde dat ze gratie schenken aan Cimon.

Valerius Maximus beweerde de legende te kennen van een muurschildering. Het vermoeden is dat het verhaal ouder is en teruggaat op een Hellenistisch voorbeeld. Vandaar de rare namen.

Zoals vaker in deze periode leest het schilderij als een stripverhaal. Op de verschillende plannen (voorgrond en achtergrond) spelen zich de verschillende etappes in het verhaal af. Op die manier heeft zo’n schilderij iets van een visueel toneelstuk. Met elke scene netjes afgebeeld.

Let ook weer op de geschilderde bibliografische referentie. Met citaat. ‘Quo non penetrat, aut quid non excogitat pietas?’ Gek genoeg ontbreek het tweede deel ‘Quae in carcere servandi partris novam rationem invenit’.

Het was geen super populair onderwerp zoals de Driekoningen, de Heilige Hieronymus of de Kruisiging. Maar het duikt soms op. Bijvoorbeeld bij Peeter Baltens in zijn Allegorieën op de liefde van kinderen voor hun ouders. Dat is een prent. Een zeldzame prent.

Allegorieën op de liefde van kinderen voor hun ouders door Peeter Baltens (bron: Rijksmuseum)

Op die prent staan verschillende scènes die de liefde van kinderen voor hun ouders of juist de afwezigheid ervan verbeelden. Rechtsonder het verhaal van Cimon en Pero. In bijna identieke compositie. Pero heeft een kleuter bij.

De logische conclusie kan zijn dat beiden verwijzen naar een voorbeeld in Antwerpen.

Het bijschrift luidt:

Behoort dan een cristen niet met hert en bloedt

Syn ouders bij te staen sijn crancheïjt dragen

Als dees heijdense die haer vader voede

met haer borsten verlengde sijn dagen

In het midden maakt een man een trog of voederbak. Zijn zoon staat er bij. In de filactère of tekstballon lezen we de dialoog. Links boven een pas getrouwd echtpaar (denk aan het doek achter hen) met een oude man. Ook hier een tekstballon. De ooievaar voedert een slang. Rechts zien we Anchises en Aeneas en het brandende Troje. Een klassiek voorbeeld van kinderliefde voor ouders.

De datering van die prent ligt in de jaren 1570. Het is de enige visuele bron die tamelijk dicht bij het anonieme doek komt.

Ander vergelijkingsmateriaal is schaars of veel jonger. De volgende prent is dus van later. Na 1597 en mogelijk misschien van voor 1605 (de sterfdatum van Joannes van Doetecum). Uitgever Hendrick Hondius ging in de leer bij Jan Wierix, maar ontvluchtte Antwerpen naar Londen Parijs en Den Haag.

Prent uitgegeven door Hendrick Hondius en Joannes van Doetecum naar ontwerp van Jan Wierix (Rijksmuseum)

Uit vergelijkbare periode is deze versie. Toegeschreven aan de zoon van Maerten De Vos, namelijk Cornelis De Vos. Opnieuw zeer speculatief.

Aan Cornelis De Vos toegeschreven versie van de caritas romana.

In de barok zou het onderwerp populairder worden. Onder andere Rembrandt en Rubens maakten een versie.

De versie van Rubens uit circa 1635 (Rijksmuseum).

Belangrijk is om te stellen dat dit schilderij best interessant is als je van de legende en de boodschap houdt. De boodschap is duidelijk belangrijker dan het verhaal. Maar de visuele opbouw in drie scenes is wel interessant.

De enige vraag die onbeantwoord blijft is of de Vlamingen in de zestiende eeuw het een risqué onderwerp vonden? Tegenwoordig is voor sommige mensen het geven van borstvoeding in het openbaar choquerend.


Een reactie achterlaten