Verschenen in Civis Mundi Digitaal #93 op 31 januari 2020.

Op tweede kerstdag stuurde de Ugent (Universiteit van Gent) een persbericht over een belangrijke nieuwe scheikundige analysemethode, maar tegelijk ging twee derde van de tekst over alarmerende allusies op de gevaren van microplastics voor milieu en gezondheid.[i] Het wordt stilaan een kwalijke trend aan Vlaamse universiteiten dat activistisch bangmaken. Een schande temeer omdat het Gentse onderzoeksteam van professor Frank Vanhaecke waardevol werk levert. Deskundigen zoals professor Robert Samuel Houk bevestigden voor de gelegenheid de waarde van het Gentse onderzoek.

Niettemin stond in het alarmistische persbericht getiteld Kleinste microplastics glippen niet langer door de mazen van het net eerst en vooral een compleet misplaatse foto van gezeefd en gewassen afval waaronder plastic. De afbeelding had hoegenaamd niks met het onderzoek te maken dat ronde kleine bolletjes (microsferen van 2,5 tot 1 µm) gebruikte afkomstig uit een laboratorium dat deze speciaal maakte voor het onderzoek.

compleet misplaatste en bedrieglijke foto bij het persbericht

De UGent beweert dat microplastics bijna overal voorkomen. Eigenlijk komen die vooral voor in de explosie van wetenschappelijke publicaties over microplastics de afgelopen jaren. De bewering van de UGent was dat wetenschappers van de UGent en VITO een manier ontwikkelden ‘om nu ook de kleinste deeltjes te kunnen monitoren’. Vervolgens meldde de vette kop Alomtegenwoordige microplastics nog maar eens wat de UGent het publiek wil doen geloven want: ‘Microplastics -heel kleine deeltjes plastic- komen niet alleen in bewoonde omgevingen voor, maar bijvoorbeeld ook in sneeuw in de poolgebieden, wat suggereert dat ze over lange afstanden door de atmosfeer kunnen getransporteerd worden en mogelijk ook kunnen worden ingeademd.’

Het kernwoord is mogelijk. Voor de trage van geest schrijven ze dus eigenlijk misschien of zelfs helemaal niet. Er bestaat welgeteld één Taiwanees onderzoek over inademen van microplastics en mogelijke gezondheidsproblemen.[ii] Een onderzoek vanuit een eiland waar de bevolking met witte stofmaskers over straat loopt uit angst voor griep, SARS, luchtvervuiling enzovoort.

Verteerbare plastic?

Maar de UGent vond het niettemin nodig om te alarmeren: ‘Evenzeer alarmerend is de vaststelling dat deze microplastics ook in vele, mogelijk zelfs alle, voedingsmiddelen en ons drinkwater voorkomen en dat ze (althans de kleinere exemplaren) bij de vertering in het lichaam worden opgenomen.’ Dit laatste blijkt pure larie en apekool. Plastic verteert niet. Ook de bewering over het drinkwater is klinkklare nonsens. Ten eerste kan er in kraantjeswater geen microplastic zitten omdat dit bij de waterzuivering gefilterd wordt (alles kleiner dan 0,05 mm). Onderzoek wees overigens uit dat drinkwater nauwelijks of geen microplastics bevat, maar Amerikaans flessenwater daarentegen soms wel.[iii] Maar meer dan de helft van die microplastics in dat flessenwater bleek polypropyleen het materiaal waarmee de stop van de fles gemaakt wordt. Dit kan dus bezwaarlijk uit de vrije natuur komen aangezien het bronwater ouder is dan de uitvinding van kunststof wanneer het uit de bron stroomt.

De derde bewering dat microplastics mogelijk in voedingsmiddelen zitten is al evenzeer complete onzin. Dit is een urban myth of broodje-aapverhaal de wereld ingestuurd door milieuactivisten die beweren dat vissen vol plastic zitten en zo op het bord belanden. Honderden onderzoeken tonen slechts aan dat microplastics door het darmkanaal van wormen reizen en dat die wormen hierdoor ondervoed raken (namelijk de plastic verteert niet en levert geen energie). Geen enkele voor consumptie bestemde vissoort blijkt plastic te metaboliseren en bij vogels is de plastic zoals steentjes in de maag er om het voedsel te vermalen (toegegeven dit is allicht minder efficiënt). Hoeveel soorten zeevogels consumeren mensen overigens? Juist geen enkele. Wie eet zijn vis met ingewanden en al op? Inderdaad geen normaal mens.

Onderzoek wees uit dat zelfs als microplastics in het menselijke maagdarmkanaal belanden via voeding er geen informatie over schadelijke effecten bestaat.[iv] Ook bij allerhande vooral aquatische dieren blijkt dit het geval. Bij een enkel laboratoriumdiertje bleek extreme blootstelling aan microvezels uit kunststof schadelijk. Bovendien eten we de maag en darmen niet en van het zich nestelen van microplastics in celweefsel bestaan geen afdoende bewijzen. Kortom de microplastic wordt opgegeten, maar niet verteerd. De oorzaak van die verwarring komt door gebrekkige kennis van het academisch Engels. Omdat in de wetenschappelijke literatuur steeds over ingestion (verorberen, inname) gesproken wordt en niet over digestion (vertering) is de fout snel gemaakt. In het persbericht van de UGent staat letterlijk ‘vertering’ wat nergens in de wetenschappelijke literatuur staat. De egestion (het uitkakken) komt zelden aan bod, al is er wel een onderzoek over de invloed van microplastics op de dikke darm.[v] De impact was daar overigens nul.

Meten is weten

Ondanks die alarmistische toon heeft de UGent een punt als ze beweren dat de ‘monitoring van het vóórkomen van deze microplastics en een grondige evaluatie van hun mogelijk effect op verschillende ecosystemen en vooral op de menselijke gezondheid meer dan aangewezen’ zijn. De bijdrage van de UGent is dat ze een analysemethode hebben proberen opstellen om dergelijke deeltjes, en dan vooral de zeer kleine variëteit, op een makkelijke wijze te karakteriseren. ‘De kleinste fractie aan microplastics glipt momenteel immers vaak (ook letterlijk) door de mazen van het net bij de huidige monitoring.’ Aldus de UGent, die voorts beweert dat deze kleinste fractie aan plastic in verhouding het meest bijdraagt tot het aantal deeltjes en we dus ‘enkel het topje van de plastic ijsberg wat betreft het werkelijk aantal deeltjes’ zien. Wie twee minuten nadenkt ziet in dat dit een rare redenering is. De grote stukken wegzeven en dan beweren dat de kleine veruit het grootste volume zijn op het totaal. Il faut le faire.

Professor Frank Vanhaecke antwoordde desgevraagd dat geen van de auteurs van het artikel milieudeskundigen zijn. ‘We zijn allen analytisch scheikundigen. De analytische scheikunde stelt zich tot doel methodes voor het ophelderen van de samenstelling van materie te ontwikkelen en verfijnen. Er kan niet ontkend worden dat, broodje-aap verhaal of niet, er wereldwijd aandacht is voor het voorkomen van microplastics in het milieu en in de voeding. Net omdat er tot nog toe geen methode bestond om deze vlot te gaan meten, is de situatie inderdaad zeer flou in termen van voorkomen, ingestie vs. digestie, enz.’

De professor legt uit dat ‘een belangrijke stap in het proces om uiteindelijk te ontrafelen of microplastics al dan niet schadelijk zijn, is het ontwikkelen van een methode om ze vlot te detecteren. En dat is net wat wij hebben gedaan. De techniek vertoont dan ook het potentieel om daadwerkelijk bij te dragen tot een betere omschrijving van de situatie in verschillende contexten (aantallen deeltjes, grootteverdeling, adsorptie of absorptie, enz). Of de deeltjes dan ook nog toxische effecten zouden uitoefenen, dat is dan weer een andere vraag, maar alweer buiten ons onderzoeksdomein.

De echte reden van die boude uitspraken door de persdienst van de universiteit is uiteraard dat hier met gemeenschapsgeld gewerkt wordt en politieke overheidssteun noodzakelijk is. Een team van onderzoekers van de Universiteit Gent (UGent) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) paste ICP-massaspectrometrie (ICP-MS) toe. Zo’n apparaat van Agilent kost een vermogen en deze techniek dient eigenlijk voor de bepaling van het gehalte aan (zware) metalen in allerhande types stalen. Het kan bijvoorbeeld ook dienen voor de voedselveiligheid.

Door het kopen van speciaal met metaal vervuilde microsferen in polystyreen (PS) konden ze een karakterisering van de kleine microplastics maken en door vervolgens eveneens op maat gemaakte microsferen te meten konden ze de overlap beschouwen als de vingerafdruk van microplastics uit polystyreen. Polystyreen is het materiaal waar drinkbekertjes van gemaakt worden, maar ook isomo en isolatieplaten voor de bouwsector. Het is een extreem licht en een heel breekbaar plastic dat onder andere door BASF Antwerpen (Styrodur), Total Atofina Feluy en Dow Chemical wordt geproduceerd. Bedrijven zoals Kingspan, Recticel, Ravago enzovoort produceren producten met geëxpandeerde polystyreen in Vlaanderen.

Het Gentse onderzoeksteam ontwikkelde op basis van bovenstaande techniek een methode waarmee ze het aantal polystyreendeeltjes aanwezig in een artificieel waterstaal kunnen meten en hun grootte vaststellen tot ten minste 1 µm. Verder onderzoek is uiteraard nog vereist. De onderzoekers wijzen op de noodzaak van het ontwikkelen van een geschikte monstervoorbereiding om microplastics te scheiden van organische deeltjes van natuurlijke oorsprong (van plantaardige of dierlijke oorsprong) en op de noodzaak de techniek verder te optimaliseren zodat ook deeltjes kleiner dan 1 µm (nanoplastics) kunnen gedetecteerd worden. De UGent en VITO zien deze ontwikkeling als een doorbraak, maar opnieuw pakken ze uit met alarmisme om hun verhaal kracht bij te zetten: ‘Deze aanpak heeft immers het potentieel om noodzakelijke info te verstrekken voor milieu- en gezondheidsstudies, maar maakt het ook mogelijk om dergelijke analyses vrij snel door te voeren.

Vervolgens volgde wederom een vette kop Gigantische hoeveelheden microplastics waarmee het publiek ingeprent moet worden dat plastic de boosdoener is. Hierbij schrijven ze letterlijk uit de wetenschappelijke publicatie een zin over die op zijn beurt bijna letterlijk overgeschreven werd uit andere wetenschappelijke publicaties.[vi] ‘De aanwezigheid van kleine plastic deeltjes in meerdere, zo niet alle milieucompartimenten, komt de laatste tijd geregeld in de media.’ Aldus de UGent die meteen ook weggeeft waarom ze het als argument gebruiken: het komt dus geregeld in de media. De rest van het persbericht gaat over het gevaar van ‘microplastics’ of kleine plastic fragmentjes. De UGent beweert vervolgens nogal dogmatisch ‘De aanwezigheid van deze microplastics is het gevolg van het immens en wereldwijd gebruik van plastic als wegwerpmateriaal.’ Om met een weetje te komen aandraven: ‘In 2017 werd berekend dat in de periode tussen 1950 en 2015 ongeveer 6300 miljoen ton plastic afval werd gegenereerd, waarvan het grootste gedeelte terecht kwam op stortplaatsen of in de natuurlijke omgeving.’ Die 6,3 miljard ton plastic afval tussen 1950 en 2015 is overigens weinig in vergelijking met het stof dat miljarden mensen en hun huisdieren jaarlijks produceren enkel door hun huidschilfers. De bron hiervan was overigens een artikeltje op de website van EOS dat naar het online open access megajournal Science Advances verwees.[vii] Een megajournal is een online wetenschappelijk tijdschrift waar alles door elkaar verschijnt (dus niet enkel een bepaald vakgebied). Het is een mildere versie van een predatory publisher die alles publiceert voor wie 4500 dollar neertelt.[viii] De auteur was Roland Geyer een Duitse milieuactivist en wetenschapper.[ix]

Geen definitie

Wat echter wel klopt in het persbericht is dat door fragmentatie en degradatie plastic afval omgezet wordt tot een veelvoud aan steeds kleinere deeltjes. De UGent geeft echter zelf toe dat er nog geen algemeen aanvaarde definitie bestaat. Doorgaans spreekt men van microplastics bij deeltjes met een afmeting kleiner dan 5 mm. Vaak maakt men nog een onderscheid tussen de grote (5 mm – 1 mm) en de kleine (1 mm – 0,001 mm of 1 µm) microplastics. Voor deeltjes kleiner dan 1 µm spreekt men van nanoplastics.

Er bestaan wel degelijk genuanceerde stemmen. Vooral mosselen werden onderzocht: ‘The results revealed that PMs do not produce oxidative stress and genetic damage, with the exception of a significant modulation of catalase and glutathione peroxidase activities in mussels exposed to MIX 1. Regarding neurotoxicity, we observed only a significant increase of dopamine concentration in mussels exposed to both MIXs, suggesting a possible implication of this neurotransmitter in an elimination process of accumulated PMs.’[x] Eigenlijk geeft zowat elke wetenschappelijke auteur toe dat ze het gewoon niet weten: ‘The degree and type of effects that MPs can have in an organism may depend on polymer type, size, shape, concentration, and adsorbed chemicals.[xi] Enkelingen wijzen op de relatief kleine fractie binnen het gamma van micropartikels in water en grond.

‘Microplastics are and will likely remain a minor fraction of the microparticles naturally present in the water and the sediment. To understand environmental risks associated with their occurrence and to address specific effects of microplastics, adequate controls in the experimental studies should be considered. More focus is needed to understand the effect mechanisms in various biota and environmental settings, if we are to identify populations, habitats, and environments that may be negatively affected by the presence of microplastics.’(Ogonowski, Gerdes, and Gorokhova 2018)

Wie het persbericht van de UGent en VITO las zou kunnen denken dat de wereld dreigt te vergaan door plastic. Dat de lucht die we ademen vol microplastic zit en het eten dat we eten eveneens barst van de microplastics. Stephanie Wright uit Londen stelde vast van niet, maar hamerde op mogelijke gevaren.[xii] Haar collega Joanna Correia Prata uit Parijs stelde ook niks vast betreft de gemeten nanoplastics in Parijse luchtlagen maar ook zij verwees naar zo’n andere boosdoener fijn stof (PM of particle matter).[xiii]

Mysterieuze boosdoener

Hier knelt immers het schoentje. Een relatief klein en vaag soort stof van “plastic” (vage term voor polymeren) wordt bewust als nieuwe mysterieuze boosdoener gekozen terwijl allerhande stof van geologische oorsprong (steen, metaal, asbest, basalt…) of van industriële oorsprong (cement, kalk, plaasters, verf, textiel…) terzijde geschoven wordt. Dat dit laatste in veel grotere concentraties voorkomt blijkt van ondergeschikt belang. Plastic of kunststof is immers veel angstaanjagender en ontegensprekelijk van menselijke oorsprong. Bovendien kan de gewone man beschuldigd worden van het vervuilen met deze microplastics. Wie schuld ziet, mag ook boete verwachten.

Het gewicht of relevantie van elke stof is hier van geen tel meer? Na fijn stof of de particle matter (PM) van de vieze auto’s en fossiele brandstoffen, richt de milieulobby nu de pijlen op de grondstoffen en producten gemaakt uit die fossiele brandstoffen. In papier en karton zitten hoofdzakelijk vezels en kalk. Twee bronnen van allerhande stof die veel dramatischer zijn dan bijvoorbeeld eventueel stof van polystyreen (dat overigens vrij steriel is in vergelijking). Microvezels ongeacht de herkomst of materiaal zijn notoir gekend als gevaarlijk voor longen. Bovendien is er helemaal geen alternatief voor polymeren dat minder ‘mogelijk schadelijk’ stof oplevert bij degradatie of verbranding.

Elke polluent is een legitiem onderwerp en een legitieme zorg, maar hier zoekt men heel hard naar iets dat zoals het broodje-aap-verhaal van de plastic soup heel mediatiek en politiek vlot verkoopbaar blijkt aan leken. De analysemethode en het onderzoek zijn belangrijk nieuws, maar omwille van mediatieke bangmakerij en het overheidsgeld dat men meent zo los te weken kiezen UGent en VITO voor het meegaan in een milieuactivistische hetze tegen plastic. Niet omdat het zinvol of redelijk is, maar omdat het de gemoederen beweegt. De beruchte Amerikaanse journalist H.L. Mencken schreef ooit: ‘The whole aim of practical politics is to keep the populace alarmed (and hence clamorous to be led to safety) by menacing it with an endless series of hobgoblins, all of them imaginary.’

In dit geval zijn er geen aantoonbare gezondheidsproblemen door “wilde” microplastics in lucht of (drink)water. Evenmin bestaat een gevaarlijke blootstelling aan microplastics afkomstig van afvalstromen in de atmosfeer. Straffer nog de Vlamingen zijn kampioenen in het selectief ophalen van kunststoffen. Toch blijkt een irrationele campagne tegen plastic (verpakkingen vooral) vanuit de milieubeweging de enige manier om aandacht te trekken. Dat hierbij de bevolking geïndoctrineerd wordt met bangmakerij is zondermeer kwalijk. De impliciete haat tegen de mens als soort, tegen de scheikundige sector en tegen wetenschappelijke vooruitgang is paradoxaal aangezien hier juist een wetenschappelijke doorbraak gevierd zou moeten worden. Microplastics zijn een microprobleem waarvoor nu een megastap gezet lijkt qua opsporingsmethode. Jammer dat de UGent en VITO dit niet binnen porportie konden brengen.

Bibliografie

Bolea-Fernandez, Eduardo, Ana Rua-Ibarz, Milica Velimirovic, Kristof Tirez, and Frank Vanhaecke. 2020. “Detection of microplastics using inductively coupled plasma-mass spectrometry (ICP-MS) operated in single-event mode.”  Journal of Analytical Atomic Spectrometry.

Dong, Cheng-Di, Chiu-Wen Chen, Yi-Chun Chen, Hung-Hsiang Chen, Jin-Sun Lee, and Chia-Hua Lin. 2019. “Polystyrene microplastic particles: In vitro pulmonary toxicity assessment.”  Journal of hazardous materials:121575.

Gasperi, Johnny, Stephanie L Wright, Rachid Dris, France Collard, Corinne Mandin, Mohamed Guerrouache, Valérie Langlois, Frank J Kelly, and Bruno Tassin. 2018. “Microplastics in air: are we breathing it in?”  Current Opinion in Environmental Science & Health 1:1-5.

Geyer, Roland, Jenna R Jambeck, and Kara Lavender Law. 2017. “Production, use, and fate of all plastics ever made.”  Science advances 3 (7):e1700782.

Magni, Stefano, François Gagné, Chantale André, Camilla Della Torre, Joëlle Auclair, Houda Hanana, Camilla Carla Parenti, Francesco Bonasoro, and Andrea Binelli. 2018. “Evaluation of uptake and chronic toxicity of virgin polystyrene microbeads in freshwater zebra mussel Dreissena polymorpha (Mollusca: Bivalvia).”  Science of The Total Environment 631-632:778-788. doi: https://doi.org/10.1016/j.scitotenv.2018.03.075.

Mason, Sherri A, Victoria G Welch, and Joseph Neratko. 2018. “Synthetic polymer contamination in bottled water.”  Frontiers in chemistry 6.

Ogonowski, Martin, Zandra Gerdes, and Elena Gorokhova. 2018. “What we know and what we think we know about microplastic effects–A critical perspective.”  Current Opinion in Environmental Science & Health 1:41-46.

Prata, Joana Correia. 2018. “Airborne microplastics: consequences to human health?”  Environmental Pollution 234:115-126.

Van Cauwenberghe, Lisbeth, Michiel Claessens, Michiel B. Vandegehuchte, and Colin R. Janssen. 2015. “Microplastics are taken up by mussels (Mytilus edulis) and lugworms (Arenicola marina) living in natural habitats.”  Environmental Pollution 199:10-17. doi: https://doi.org/10.1016/j.envpol.2015.01.008.

Weis, Judith S. 2019. “Improving microplastic research.”  AIMS Environmental Science 6 (5):326.

Wright, Stephanie L, and Frank J Kelly. 2017. “Plastic and human health: a micro issue?”  Environmental science & technology 51 (12):6634-6647.

Wu, Bing, Xiaomei Wu, Su Liu, Zhizhi Wang, and Ling Chen. 2019. “Size-dependent effects of polystyrene microplastics on cytotoxicity and efflux pump inhibition in human Caco-2 cells.”  Chemosphere 221:333-341.


[i] https://www.ugent.be/nl/actueel/microplastic-bepaling-methode-ugent-vito.htm

[ii] (Dong et al. 2019)

[iii] (Mason, Welch, and Neratko 2018) weliswaar maar 259 flessen uit 9 landen getest.

[iv] (Wu et al. 2019)

[v] (Wu et al. 2019)

[vi] ‘The occurrence of microplastics in many, if not all environmental compartments is a matter of increasing concern and deserves proper attention.’ (Bolea-Fernandez et al. 2020) bijna letterlijke zin uit tal van studies over mosselen.(Magni et al. 2018, Van Cauwenberghe et al. 2015)

[vii] https://www.eoswetenschap.eu/natuur-milieu/83-miljard-ton-plastic-produceerden-we-al

[viii] (Geyer, Jambeck, and Law 2017)

[ix] https://www.independent.com/2019/08/14/ucsb-researcher-looks-to-rewrite-the-book-on-plastics/

[x] (Magni et al. 2018)

[xi]  (Weis 2019)

[xii] (Gasperi et al. 2018, Wright and Kelly 2017)

[xiii] (Prata 2018)


Een reactie achterlaten