De Nationale Bank van België publiceerde vorige week een working paper getiteld ‘Deglobalisation, decarbonisation and digitalisation: How the three Ds affect firm pricing, markups and productivity‘. De volgende dagen publiceerden ze twee keer een blogpost waarvan de meningen ‘enkel die van de auteurs en niet die van de Europese Centrale Bank (ECB) of de Nationale Bank zijn‘.

De basis voor deze working paper was een enquête bij bedrijven in België. En die enquête gaf een alles behalve rooskleurig beeld van de gevolgen van de klimaatpolitiek en de klimaatdoelstellingen.

‘Uit een enquête bij Belgische ondernemingen blijkt dat zij de klimaattransitie vooral associëren met stijgende inputkosten en verkoopprijzen. Voor de deelnemende bedrijven in de verwerkende nijverheid gaat dat ook gepaard met een daling van de vraag en hun investeringen in België. Dat lijkt dus op een klassieke negatieve aanbodschok!‘ staat te lezen op de blogpost van 3/10.

‘Driekwart van de deelnemende bedrijven denkt dat de klimaattransitie in de nabije toekomst tot hogere kosten en prijzen zal leiden’ is een andere conclusie.

‘Hoewel de verwachte netto-impact op de investeringen in België en andere Europese landen niet eenduidig positief of negatief is, blijkt er uit de enquête wel een duidelijke tendens om netto méér te gaan investeren buiten de EU.’ Kapitaalvlucht met andere woorden.

Op 7/10 volgde een tweede blogpost: ‘Wat belemmert de vergroening van onze energie-intensieve sectoren?’

‘De recente energieprijsschok tastte de winstmarges van de meeste ondernemingen in alle bedrijfstakken aan. Uit Belgische gegevens blijkt dat veel ondernemingen weer winstgevend werden toen de prijzen daalden, maar de energie-intensieve bedrijven waren daar niet bij.‘

Ook hier weer een zeer zwart plaatje: ‘Terwijl minder energieafhankelijke bedrijven erin slaagden om hun winstmarges na de schok te herstellen, gold dat niet voor energie-intensieve bedrijven.‘

Het klimaatbeleid werkt niet en de positieve resultaten van bijvoorbeeld de emissiehandel (ETS) wordt compleet fout ingeschat. ‘Industriële bedrijven die deelnemen aan het ETS produceren voornamelijk halffabricaten. De emissies van deze bedrijven namen tussen 2021 en 2023 met 14 % af, terwijl hun productie van halffabricaten in dezelfde periode met ongeveer 7 % daalde. De afname van de emissies was dus grotendeels het gevolg van een lagere productie in plaats van groenere processen, waardoor de ETS-doelstelling om emissiereducties te combineren met economische groei wordt gedwarsboomd.‘

De conclusie is ‘het behoud van technologisch geavanceerde, energie-intensieve bedrijfstakken is cruciaal voor het concurrentievermogen‘ en voor de politieke correctheid voegen ze er dan aan toe: ‘en de overgang naar koolstofneutraliteit van Europa.’

Eigenlijk moeten politici dringend de publicatie lezen. ‘This paper examines the impact of current and future climate transition policies on Belgian firms as they approach the 2030 milestone set by the European Green Deal.’

‘Three-quarters of the respondents indicated that climate transition has led to input cost increases over the past three years.’ Driekwart van de ondernemingen zagen dus kosten stijgen door klimaatbeleid.

‘Looking at the industry decomposition, climate-related input cost increases were more prevalent in agriculture (100%, but this is a small sample) and manufacturing (90%). 70% of manufacturing firms in our sample even saw strong input cost increases due to the impact of climate transition.’

Ondernemers verwachten door het klimaatbeleid een stijging van 40% van de elektriciteit- en gasprijzen. Prijzen die volgens hen relatief duurder zullen zijn in België.

Het belangrijkste obstakel voor klimaattransitie is de onbetaalbaarheid.

‘As the EU’s decarbonisation targets are more ambitious than the policies in the other world regions, the climate transition may also have negative impact on the cost competitiveness of European firms.’ staat te lezen in de conclusies. De negatieve impact op Europese bedrijven is al bezig.